Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding, met 7 producties;
- de zijdens [gedaagde] ingekomen producties 1 t/m 11;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van [eiser];
- de pleitnota van [gedaagde].
2.De feiten
3.Het geschil
€ 126.000,00, althans subsidiair voor een koopprijs van € 126.000,00 met daarbij zekerheidstelling voor € 45.221,28 op de derdenrekening van de notaris onder voorwaarde dat binnen twee maanden een bodemprocedure wordt aanhangig gemaakt, op het eerste verzoek van [eiser] na betekening van een te wijzen vonnis waarbij de akte tot levering zal worden gepasseerd ten overstaan van een door [eiser] aan te wijzen notaris,
- Primair: tot het opmaken en deponeren van de jaarstukken, met afgifte aan eiseres van een bewijs van deponering, onder verbeurte van een dwangsom ad € 10.000,00 per dag dat [gedaagde] nalatig blijft aan de veroordeling te voldoen;
- Primair dat in de akte tot levering wordt opgenomen dat [gedaagde] niet wordt gedechargeerd terzake het gevoerde beleid en niet wordt gekweten terzake aansprakelijkheden welke betrekking hebben op de periode dat [gedaagde] (mede)bestuurder van [vennootschap] en aandeelhouder was;
- in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
€ 126.000,00. [betrokkene1] heeft vervolgens op 17 oktober 2014 [eiser] opgericht ten behoeve van die koop. [gedaagde] weigert te leveren, maar is hiertoe op grond van de koopovereenkomst gehouden.
4.De beoordeling
In de mail van 21 juli 2014 van [betrokkene1] aan [gedaagde], waarvan de inhoud door [eiser] niet is betwist, wordt vervolgens[koper] als de beoogde koper genoemd.
Het opmaken van jaarstukken en het uitsluiten van decharge zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter aspecten die van zo groot belang zijn bij het sluiten van een overeenkomst tot de verkoop van aandelen, dat zonder het bestaan van afspraken hierover, een enkele prijsafspraak - voor zover er al vanuit kan worden gegaan dat die is gemaakt - onvoldoende is om het bestaan van een overeenkomst tot overdracht van aandelen aanwezig te achten. Daarbij neemt de voorzieningenrechter ook nog in aanmerking dat [werknemer], die overigens geen eiser in dit geding is, ook 50% van de aandelen in [vennootschap] houdt en dezelfde verantwoordelijkheid als [gedaagde] heeft voor het opstellen van de jaarstukken en dat deze jaarstukken over 2013 op dit moment nog niet gepubliceerd hoeven te worden.
816,00