Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding d.d. 3 november 2014;
- de producties van [naam eiseres] ;
- de producties van NN;
- de pleitnota van mr. G. Gabrelian;
- de pleitnota van T. Riyazi.
2..De feiten
Heeft een verzekeringsmaatschappij u of een andere belanghebbende bij deze verzekering ooit een verzekering opgezegd, geweigerd of op een bijzondere voorwaarde voortgezet of geaccepteerd?”het antwoord: “
Nee”gegeven.
3..Het geschil
4..De beoordeling
a) De gedraging(en) van de (rechts)persoon vormden, vormen of kunnen een bedreiging vormen voor (I) de (financiële) belangen van cliënten en/of medewerkers van een Financiële instelling, alsmede de (Organisatie van de) Financiële instelling(en) zelf of (II) de continuïteit en/of de integriteit van de financiële sector.
Nee”te beantwoorden heeft [naam eiseres] , naar voorlopig oordeel, die vraag niet naar waarheid beantwoord. Tussen partijen is immers niet in geschil dat door haar, dan wel haar echtgenoot afgesloten verzekeringen recentelijk door Aegon, Delta Lloyd en ABN Amro wegens wanbetaling waren beëindigd. De voorzieningenrechter deelt het standpunt van NN dat in dit verband de woorden opzeggen en beëindigen dezelfde betekenis hebben en dat dit ook bij [naam eiseres] , mede gelet op de indruk die zij ter zitting heeft gemaakt, bekend mag worden verondersteld. Ook nadien, op 16 en 30 april 2014 (zie 2.4), heeft [naam eiseres] nagelaten melding te doen van de verzekeringen die recent wegens wanbetaling waren opgezegd. Tussen partijen is niet in geschil dat NN bij het juist invullen van [naam eiseres] van het aanvraagformulier niet tot het sluiten van de inboedelverzekering zou zijn overgegaan. Bij het juist invullen van het vragenformulier was het technisch niet mogelijk geweest de online aanvraag te voltooien en zou geen verzekeringsovereenkomst tot stand zijn gekomen. Dit brengt mee dat NN naar voorshands oordeel geen misbruik van haar bevoegdheid maakt door [naam eiseres] in haar Incidentenregister op te nemen en niet tot uitkering van de verzochte verzekeringspenningen in het kader van de inboedelverzekering over te gaan.