ECLI:NL:RBROT:2014:1476
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd wegens overtreding van de Tabakswet in café
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en een café-eigenaar. De minister had een boete van € 600,- opgelegd aan de eiseres wegens overtreding van artikel 11a, eerste lid, van de Tabakswet. Dit besluit volgde op een controle door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op 22 april 2012, waaruit bleek dat in het café tabaksrook werd waargenomen. Eiseres betwistte de juistheid van het proces-verbaal dat aan de boete ten grondslag lag, en voerde aan dat het tijdsverloop tussen de controle en de opmaak van het proces-verbaal de betrouwbaarheid ervan in twijfel trok. Daarnaast stelde zij dat er in het café geen tabak, maar tabaksvervangers en cannabisproducten werden gerookt.
De rechtbank oordeelde dat het proces-verbaal een geloofwaardige weergave was van de waarnemingen van de controleurs en dat het tijdsverloop geen rechtsregel schond. De rechtbank vond ook dat de controleurs in staat waren om tabaksrook te onderscheiden van andere rook, en dat de aanwezigheid van een rookruimte niet relevant was voor de overtreding. Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat eiseres artikel 11a, eerste lid, van de Tabakswet had overtreden en dat de opgelegde boete rechtmatig was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.