Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 juni 2012 en de daarin genoemde processtukken;
- de aantekeningen ter comparitie van de zijde van MTM;
- de akte overlegging productie ter comparitie van de zijde van MTM, met een productie (met nummer 10);
- de akte overlegging productie ter comparitie van de zijde van MTM, met een productie (met nummer 11);
- het proces-verbaal van comparitie van 13 september 2012, met daaraan gehecht een ter comparitie ingebrachte tekening van de zijde van MTM, een schema van de zijde van Vopak en een na de comparitie ingekomen brief van de zijde van Vopak van 4 oktober 2012 alsook een faxbericht van 9 oktober 2012 van de zijde van MTM;
- een ter comparitie aan het procesdossier toegevoegde blanco “
- de akte uitlating na comparitie tevens overlegging nadere producties van de zijde van Vopak, met producties;
- de antwoordakte uitlaten producties tevens houdende producties van de zijde van MTM, met producties;
- de akte uitlating producties van de zijde van Vopak.
2.De feiten
“Storage and Handling Agreement”gesloten, uit hoofde waarvan gedurende de contractperiode diverse producten -waaronder ‘Distilled Coconut Fatty Acid (hierna: “DCFA”)- bij Vopak in Vlaardingen zouden worden gelost en door Vopak in opslag zou worden genomen. Artikel 8 van deze overeenkomst luidt:
“Seagoing Vessel / Terminal Safety Checklist”(hierna: “SV/TS Checklist”), een document van Vopak dat door haar wordt aangeduid als “
Conditions, directives and agreements for ships (de Vopak overeenkomst)”en de “
MTM Ship-Shore Safety Checklist” doorgenomen en ondertekend.
“(…)Taken note of the VOTOB jetty conditions under section 1?”aangevinkt.
“preliminary rapport”van 14 juni 2011, een
“expertiserapport nr. 2”van 13 juni 2012 en een
“report of survey no. 1”van 16 november 2011 overgelegd. Ook is een brief van [Q] van 13 november 2012 overgelegd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
“(…) taken note of the VOTOB jetty conditions under section 1”aangevinkt en heeft namens MTM getekend voor kennisname en ontvangst van de VOTOB Jetty Conditions en heeft tegen toepasselijkheid daarvan geen bezwaar gemaakt
.[X] heeft de eerste stuurman op de voorwaarden gewezen en heeft een exemplaar daarvan aan hem overhandigd. Aldus Vopak.
“(…) taken note of the VOTOB jetty conditions under section 1”is -in het licht van het ontbreken van wens of noodzaak een overeenkomst aan te gaan- onvoldoende om het vertrouwen te rechtvaardigen dat MTM met de toepasselijkheid van deze voorwaarden of het daarin opgenomen exoneratiebeding instemde.
a few safety precautions’. Indien Vopak de toepasselijkheid van de voorwaarden met MTM wilde overeenkomen, dan had zij deze wens -duidelijker en nadrukkelijker onder de aandacht van MTM moeten brengen.
NJ1969, 249; HR 12 januari 1979,
NJ1979, 362, HR 20 juni 1986,
NJ1987, 35, HR 21 januari 2000,
NJ2000, 553). Voorts is van belang of het stelsel van de wet in het onderhavige geval aanknopingspunten biedt voor het aannemen derdenwerking.
NJ1990, 40).
- i) onvoldoende controle en reiniging van het overdrukventiel nadat er bij het eerste terugblazen product uit het ventiel kwam;
- ii) het sluiten van het tankdeksel, waaruit tijdens het eerste terugblazen nog wel maar tijdens het tweede terugblazen niet langer druk kon wegstromen;
- iii) het bij het tweede terugblazen geheel open zetten of open laten van de afsluiter op het manifold door de bemanning, waardoor zich een ongecontroleerde drukopbouw kon voordoen.
- i) de stikstof is onder te hoge druk toegevoerd in vergelijking met de capaciteit van overdrukafblaasinrichting van de scheepstank;
- ii) de hoeveelheid stikstof die in de scheepstank werd gedrukt was te groot in vergelijking met de vrije ruimte bovenin de tank;
- iii) de ‘flow rate’ van de lading die werd teruggedrukt door de productleiding en de tank was hoger dan de afblaascapaciteit van het overdrukventiel.
Seagoing Vessel / Terminal Safety Checklist’.
all parcels’ onder ‘
Zeeschip’ niets ingevuld over vanuit welke tanks met welke capaciteit door welke leiding op welke lossnelheid en welke druk zal worden gelost, maar is onder ‘
Inrichting’ onder meer leiding 07 vermeld met daarnaast een maximale laad- en lossnelheid en als maximale druk ‘
6”’. Partijen zijn het erover eens dat deze vermelding moet worden begrepen als 6 bar. Onderaan de pagina is namens de scheepsleiding en namens Vopak voor akkoord getekend.
MTM Ship/Shore Safety Checklist’ is naast vak C-11 (‘
Where appropriate, procedures have been agreed for receiving nitrogen supplied from shore (...) or for line clearing into the ship’) ingevuld ‘
not required’. Naast het gelijkluidende vak B-50 lijkt te staan ‘
dischg, not reqd’. MTM heeft onbetwist gesteld dat partijen ervan uitgingen dat het schip na lossing de leidingen zou leegblazen in de richting van de wal. Vast staat dat de noodzaak tot terugblazen in de richting van het schip pas later is opgekomen door onvoorziene omstandigheden aan de zijde van Vopak. Gelet op een en ander kan bedoelde vermelding in de checklist niet redelijkerwijs worden uitgelegd als toestemming zoals door Vopak betoogd, en deze levert derhalve geen rechtvaardiging op voor haar handelwijze.
Op- en aflijnen infrastructuur’ overgelegd, die de rechtbank -gedeeltelijk naar analogie- illustratief acht voor hetgeen van Vopak mocht worden verwacht. De regeling vermeldt, voor zover relevant:
Leiding afpersen schepen en lichters”:
gecontroleerdaflaten naar het schip
in overleg met het schip!.”
Leiding / infrastructuur controle tijdens opstarten en pompen”:
Nazorg - leegblazen / stomen van landleidingen”:
de gevaren van stikstof’ niet wordt gedoeld op het aan overdruk verbonden gevaar, zoals uit de ook door Vopak overgelegde regeling ‘
Laden en lossen zeeschepen’ aannemelijk lijkt, dan nog volgt uit de geciteerde regeling dat Vopak bij het beladen van een schip een gecontroleerde drukopbouw in de leidingen van groot belang acht, dat daarover met het schip behoort te worden overlegd, dat niet direct na opstarten met maximaal 6 bar behoort te worden gewerkt, en dat voorafgaand aan het leegblazen van landleidingen met stikstof duidelijke afspraken met het schip behoren te worden gemaakt.
I could see a white spray coming out of the PV valve of the tank.”) en van de bootsman (“
(...) I saw (...) cargo spurting at the PV valve for this tank.”), die voorshands de juistheid van haar standpunt aantonen. Deze verklaringen weerspreken het standpunt van MTM dat het slechts om een lichte stikstofnevel met hooguit enkele ladingdruppels ging.
of, en zo ja hoe, het afknijpen van de scheepsleiding kan leiden tot een vermindering van de drukopbouw op de tank, (...) indien stikstof de bewuste afsluiter passeert”) heeft Vopak niet beantwoord.
very high pressure” en heeft verzocht het blazen te stoppen. Vopak ontkent dit en stelt dat het schip geen bijzonderheden heeft gemeld naar aanleiding van het eerste terugblazen, zoals ook haar werknemers schriftelijk hebben verklaard.
5.De beslissing
woensdag 12 maart 2014voor het nemen van een akte door MTM over hetgeen is vermeld onder 4.67, waarna Vopak vervolgens een antwoordakte zal mogen nemen,