Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 november 2013, alsmede de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 10 januari 2013, waaraan de brieven met opmerkingen van beide advocaten zijn gehecht.
2.De feiten
Het laten verlopen van de bezwaar- en beroepstermijnen heeft cliënte schade berokkend.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Zoals ook eerder besproken blijven wij, als Independer, van mening dat een partage overeenkomst niet wenselijk is en hebben ook het gevoel dat de reactie van de inspecteur duidelijk en correct is. Wij hebben dan ook geen behoefte aan een rechtszaak en houden vast aan de overeegekomen route om te proberen de schade uit het verleden zo veel mogelijk te beperken.’
5.160,00(2,0 punten × tarief € 2.580,00)
5.De beslissing
1729