Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 24 januari 2014
- de mondelinge behandeling d.d. 17 februari 2014
- de producties en pleitnotities van KICI
- de pleitnotities van de gemeente.
2.De feiten
Inleiding
2.Aanbesteding algemeen
3.Eisen en gunning
3.Het geschil
4.De beoordeling
concessiehouderen niet de
inschrijverdie dient te beschikken over het CBF keurmerk en de concessiehouder dient
tijdens de duurvan de overeenkomst over het CBF keurmerk te beschikken.
“In het kader van een groeiende vraag naar kleding en textiel wordt verwacht dat de Piekfijn kringloopwinkels meer kleding kunnen verkopen, dan de 72.000 stuks welke om niet beschikbaar worden gesteld. Geef uw zienswijze op welke manier hieraan uitvoering kan worden gegeven”.
“(…) betrekking op hoe om te gaan (kosten per item kleding) indien de Piekfijnwinkels meer dan 72.000 stuks wensen af te nemen.Gelet op dat antwoord had een normaal oplettende en behoorlijk geïnformeerde inschrijver moeten begrijpen dat dit onderdeel inhield dat de inschrijvers (onder meer) moest aangegeven wat de financiële gevolgen zouden zijn indien de gemeente boven de 72.000 stuks extra kleding van de inschrijver zou willen kopen.
“(…) De teamleider van elke Piekfijn kringloopwinkel moet in de gelegenheid worden gesteld om gesorteerde kleiding naar behoefte in het sorteercentrum te komen uitzoeken. Geef uw zienswijze op welke wijze hieraan invulling kan worden gegeven. In dit kader is ook van belang te beschrijven op welke manier de wijze van administratie en rapportage door u wordt voorgesteld”.
“(…) Geef in een stedelijk plaatsingsadvies aan, op welke plaatsen de 225 textielcontainers van de gemeente geplaatst zouden moeten worden”.