ECLI:NL:RBROT:2014:355
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichting van bestuursorgaan tot vergaren van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Minister van Veiligheid en Justitie. De eiser had op 27 september 2012 een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om documenten te ontvangen die betrekking hadden op een snelheidsovertreding die had plaatsgevonden op 21 augustus 2012. Het bestuursorgaan, de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM), heeft het verzoek deels toegewezen, maar niet alle gevraagde documenten waren in hun bezit. Het verzoek dat niet door de CVOM kon worden ingewilligd, werd doorgestuurd naar de Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Minister, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de Wob geen vergaarplicht oplegt aan bestuursorganen om informatie te vergaren die niet bij hen berust. De rechtbank oordeelde dat de CVOM terecht had gehandeld door het verzoek door te zenden naar de politie, aangezien de documenten niet bij hen berustten. De rechtbank verwierp ook de stelling van eiser dat de Minister de documenten had moeten vergaren en dat er een motiveringsplicht bestond voor de afwijzing van het verzoek.
De rechtbank concludeerde dat er geen grond was voor de stelling van eiser dat de overige gevraagde documenten deel uit moesten maken van het procesdossier in het kader van de Wet administratierechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Whav). De rechtbank oordeelde dat de beslissing van de Minister om het bezwaar ongegrond te verklaren, juist was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.