ECLI:NL:RBROT:2014:3591
Rechtbank Rotterdam
- Op tegenspraak
- J.J.I. de Jong
- E.M.M. Engbers
- S. Euwema
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van verkrachting met onvoldoende bewijs
In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van verkrachting, heeft de rechtbank Rotterdam op 7 mei 2014 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat de rechtbank van oordeel was dat er onvoldoende wettig bewijs was om tot een bewezenverklaring te komen. De zaak draaide om een incident dat plaatsvond op 4 april 2003 in een club in Rotterdam, waar de verdachte en de aangeefster seksuele handelingen met elkaar hebben verricht. De aangeefster stelde dat deze handelingen tegen haar wil zijn gebeurd, terwijl de verdachte betoogde dat alles met wederzijdse instemming was gebeurd.
Tijdens de zittingen op 8 januari en 23 april 2014 werd het bewijs besproken. De officier van justitie meende dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden, onder andere op basis van de verklaring van de aangeefster en het steunbewijs van blauwe plekken die bij haar waren geconstateerd. De verdediging daarentegen pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verklaring van de aangeefster op onderdelen ongeloofwaardig was en dat er onvoldoende steunbewijs was voor haar verhaal.
De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de aangeefster niet voldoende werd ondersteund door ander bewijs, zoals de letselbeschrijving van de politiearts. De rechtbank concludeerde dat er niet aan het bewijsminimum was voldaan, zoals vereist door artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering, en sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen. Daarnaast werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd.
De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de waarborgen die zijn opgenomen in de wet om te voorkomen dat iemand ten onrechte wordt veroordeeld. De rechtbank heeft de kosten van de benadeelde partij op nihil vastgesteld, gezien de vrijspraak van de verdachte.