Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
mr. M.G.L. de Vette, rechter in de rechtbank Rotterdam, sector publiekrecht, team Bestuursrecht 1 (hierna: de rechter).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 7 mei 2014 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoekster, die zich niet onpartijdig behandeld voelde door de rechter in eerdere bestuursrechtelijke procedures. Verzoekster had eerder beroep ingesteld tegen uitspraken van de rechter in de zaken ROT 13/654 en ROT 13/655, en voerde aan dat de rechter in deze eerdere zittingen een vooringenomen houding had aangenomen. De wrakingskamer heeft de verzoeken tot wraking beoordeeld en vastgesteld dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid van de rechter. De wrakingskamer oordeelde dat de bejegening van de rechter tijdens de zitting op 26 augustus 2013 niet zodanig was dat dit de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakte. De rechtbank concludeerde dat het enkele feit dat verzoekster het niet eens was met eerdere uitspraken van de rechter, niet voldoende was om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig was. De verzoeken tot wraking zijn dan ook ongegrond verklaard.