Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
rechtsopvolger onder bijzondere titel van (onder meer) de besloten vennootschap Wehkamp B.V.
1.Het verloop van de procedure
- het verstekvonnis d.d. 23 oktober 2001;
- het verzetexploot d.d. 30 oktober 2013 met producties;
- de akte exceptie van niet-ontvankelijkheid aan de zijde van Lindorff;
- de antwoordakte met een productie aan de zijde van [gedaagde/eiser in verzet];
- de akte uitlaten aan de zijde van Lindorff.
2.De vaststaande feiten
23 oktober 2001 werd [gedaagde/eiser in verzet] overeenkomstig de eis van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wehkamp B.V. (hierna: “Wehkamp”) veroordeeld tot betaling aan Wehkamp van NLG 458,57, vermeerderd met de overeengekomen rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde/eiser in verzet] in de kosten van het geding.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Volgens bijgevoegde uitspraak van de kantonrechter is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, dus volgens mij niet pas na 11 jaar.”