ECLI:NL:RBROT:2014:4415
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.I. van Strien
- M.G.L. de Vette
- S. Euwema
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevergoeding na intrekking ten onrechte verleende exploitatievergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 juni 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de burgemeester van de gemeente Rotterdam over de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding. De eiser had een exploitatievergunning aangevraagd voor zijn horeca-inrichting, maar deze vergunning werd later ingetrokken. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet gerechtvaardigd had vertrouwd op de vergunning, omdat hij had geïnvesteerd in de horeca-inrichting voordat de vergunning onherroepelijk was. De rechtbank stelde vast dat de eiser had moeten rekening houden met mogelijke rechtsmiddelen van omwonenden tegen de vergunning, wat leidde tot de intrekking ervan. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat er ongeclausuleerde toezeggingen waren gedaan door bevoegde personen, die hem het vertrouwen hadden kunnen geven dat de vergunning in stand zou blijven. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester terecht had geweigerd om schadevergoeding toe te kennen, omdat de eiser zelf verantwoordelijk was voor het risico van zijn investeringen in de horeca-inrichting. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en bevestigde de beslissing van de burgemeester.