ECLI:NL:RBROT:2014:4908
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake afwijzing WWB-aanvraag en recht op bijstand
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 juni 2014 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een afwijzing van een aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De verzoeker had op 13 augustus 2013 een aanvraag ingediend, die op 21 november 2013 werd afgewezen omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De verzoeker stelde dat hij in financiële nood verkeerde en dat de beslissing op bezwaar maanden op zich liet wachten. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang aanwezig was, gezien de financiële situatie van de verzoeker, die inmiddels een negatief rekeningsaldo had.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verklaringen van de verzoeker over enkele stortingen op zijn bankrekening niet op voorhand als ontoereikend konden worden beschouwd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de relevantie van de stortingen, die ver in het verleden lagen, voor de beoordeling van de aanvraag niet groot leek te zijn. De verzoeker had ter zitting een verklaring van zijn oom overgelegd dat hij bij hem inwoont en verklaarde dat hij vooralsnog geen huur betaalt. De voorzieningenrechter concludeerde dat verweerder zich in het kader van de heroverweging van de nieuwe aanvraag van verzoeker moest buigen over de vraag of de werkzaamheden die verzoeker had verricht, een economische waarde hadden.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, waardoor het bestreden besluit en het primaire besluit van 21 november 2013 werden geschorst. Tevens werd bepaald dat verweerder gedurende deze periode voorschotten aan verzoeker zou verstrekken, gebaseerd op de bijstandsnorm voor een alleenstaande zonder woonkosten. De voorzieningenrechter heeft verweerder ook veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de verzoeker.