ECLI:NL:RBROT:2014:4966
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Smartengeldvordering na mishandeling met psychische gevolgen
In deze zaak vorderde eiser, wonende te Rotterdam, een schadevergoeding van gedaagde, die hem op 8 mei 2010 had mishandeld. De kantonrechter te Rotterdam deed uitspraak op 13 juni 2014. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.H.G.C. Gremmen, eiste een totaalbedrag van € 7.989,49, bestaande uit inkomstenderving, reiskosten en smartengeld. De mishandeling vond plaats na een conflict waarbij gedaagde, na een telefoontje van zijn moeder, naar de garage reed en eiser met een Bahco-sleutel op het hoofd sloeg. Eiser liep hierdoor een hoofdwond op en had ook kneuzingen en bloeduitstortingen. Hij was tijdelijk arbeidsongeschikt en ontving een ziektewetuitkering van 70%. De kantonrechter oordeelde dat de inkomstenderving lager was dan gevorderd en beperkte deze tot € 245,28. De reiskosten werden toegewezen, maar de incassokosten werden afgewezen omdat er geen bewijs was van incassowerkzaamheden. Voor smartengeld oordeelde de kantonrechter dat, hoewel er geen blijvend letsel was, de mishandeling psychische gevolgen had. Uiteindelijk werd een immateriële schadevergoeding van € 750,-- toegewezen. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van in totaal € 1.072,12, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter wees het meer of anders gevorderde af en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.