3.1.Het verzoek luidt – na vermeerdering van het verzoek ter zitting – :
a. a) te verklaren voor recht dat het expertiserapport van professor Kuilman bindend
is tussen partijen en dat de bevindingen en conclusies van professor Kuilman als uitgangspunt dienen te gelden bij de vaststelling van de ongevalsgevolgen en de geleden en nog te lijden schade;
b) te verklaren voor recht dat het causaal verband bestaat tussen de door [verzoekster]
sinds het ongeval ondervonden lichamelijke en psychische klachten en het ongeval van 31 juli 2008, waarvoor Reaal en [verweerder 2] aansprakelijk zijn;
c) Reaal en [verweerder 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van een voorschot onder algemene titel ter hoogte van primair € 344.000,00, subsidiair een bedrag in goede justitie te bepalen, ter zake van de schade die door [verzoekster] is geleden en [verzoekster] nog zal lijden ten gevolge van het haar overkomen ongeval d.d. 31 juli 2008;
d) Reaal en [verweerder 2] hoofdelijk te veroordelen aan [verzoekster] te betalen een bedrag van € 25.000,- ter compensatie van het leed dat haar is aangedaan door haar bloot te stellen – zonder een goede aanwijsbare reden – aan een observatieonderzoek;
e) Reaal en [verweerder 2] hoofdelijk te veroordelen aan [verzoekster] te betalen een bedrag van € 60.661,90 ter zake van de gemaakte (openstaande) buitengerechtelijke kosten tot en met 2013, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover, primair vanaf de vervaldata van de betreffende facturen, subsidiair vanaf de datum van het verzoekschrift;
f) te bepalen dat het overleg tussen partijen, aldus het schaderegelingstraject, binnen 14 dagen na de te wijzen beschikking wordt hervat, waarbij de uitkomsten van het persoonlijk onderzoek buiten beschouwing wordt gelaten;
g) Reaal en [verweerder 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de door [verzoekster] gemaakte kosten zoals bedoeld in artikel 1019aa Rv en die kosten te begroten op een bedrag ad € 3.067,98 (zonder comparitie van partijen) respectievelijk € 6.850,00 (met comparitie van partijen), te vermeerderen met het griffierecht en de kosten van het geding.