ECLI:NL:RBROT:2014:5821
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering opschorting invordering boete door Autoriteit Consument & Markt
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 juli 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) over de opschorting van de invordering van een boete. De eiser had verzocht om opschorting van de invordering van een boete van € 55.000,- die hem was opgelegd wegens overtreding van de Telecommunicatiewet. Dit verzoek werd gedaan in het kader van een procedure die door de eiser was aangespannen bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), waar zijn klacht nog niet was afgehandeld. De rechtbank oordeelde dat de procedure bij het EHRM geen reden vormde voor opschorting van de invordering van de boete. De ACM had eerder al een betalingsregeling aangeboden, maar de eiser had na januari 2013 geen betalingen meer verricht. De rechtbank overwoog dat de eiser voldoende gelegenheid had gekregen om zijn financiële situatie te onderbouwen, maar dat hij niet alle gevraagde stukken had overgelegd. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet had aangetoond dat hij niet in staat was om de boete te voldoen. Bovendien oordeelde de rechtbank dat de ACM een accountantsverklaring mocht verlangen om de financiële situatie van de eiser te verifiëren. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.