3.In het eerste lid van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Het tweede lid van dat artikel houdt in dat onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan. In het derde lid is bepaald dat onder een aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een belanghebbende.
Artikel 4:29 van de Awb houdt in dat tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, voorafgaand aan een subsidievaststelling een beschikking omtrent subsidieverlening kan worden gegeven, indien een aanvraag daartoe is ingediend voor de afloop van de activiteit of tijdvak waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
Artikel 1, aanhef en onder k, van de Verordening, houdt in dat onder een aanvraag wordt verstaan: een verzoek om vergoeding van een voorziening of om bekostiging van bouwvoorbereiding.
Artikel 6, eerste lid, van de Verordening houdt in, voor zover hier van belang, dat een aanvraag voor opname van een voorziening op het programma uiterlijk op 31 januari van het jaar van vaststelling van het betreffende programma dient te zijn ontvangen door het college, en dat die aanvraag uitsluitend elektronisch kan geschieden via het onderwijsloket. Het tweede lid houdt in dat aanvragen die op 1 februari of later worden ontvangen niet door het college in behandeling worden genomen.
4.1.Het beroep richt zich tegen de afwijzing door verweerder van huurvergoeding voor de noodlokalen aan de Teldersweg voor het jaar 2012. Verweerder heeft in beroep betoogd dat het hier gaat om een subsidie in de zin van afdeling 4.2 van de Awb nu aanspraak wordt gemaakt op financiële middelen, door een bestuursorgaan te verstrekken met het oog op bepaalde activiteiten anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan te leveren goederen of diensten. Nu uit artikel 4:23 van de Awb volgt dat subsidies niet zonder aanvraag verleend kunnen worden, en eiseres geen aanvraag voor een huurvergoeding voor genoemde noodlokalen heeft gedaan, dient eiseres volgens verweerder niet-ontvankelijk verklaard te worden in haar beroep.
4.2.Eiseres heeft in reactie daarop aangevoerd dat zij steeds heeft aangegeven dat uit de toelichting op haar aanvraag met betrekking tot de vestiging Melanchton Hillegersberg/ Schiebroek blijkt dat die aanvraag ziet op alle locaties van de Melanchton scholengemeenschap in die deelgemeente. Uit de motivering op de beslissingen in het kader van het huisvestingsprogramma 2013 en de beslissing op bezwaar zou blijken dat verweerder met die uitleg heeft ingestemd, nu verweerder heeft besloten om bij de aanvraag voor de huurvergoeding van de andere noodlokalen van Melanchton, ook de huurvergoeding voor de noodlokalen aan de Teldersweg te betrekken. Indien verweerder na ontvangst van de aanvraag, van mening was dat de aanvraag niet compleet was, dan had verweerder op grond van artikel 4:5 van de Awb en artikel 7, tweede lid, sub a, van de Verordening aan eiseres de gelegenheid moeten geven de aanvraag aan te vullen. Nu verweerder dat niet heeft gedaan, heeft eiseres de conclusie kunnen trekken dat verweerder de aanvraag in dat opzicht volledig achtte, ondanks het ontbreken van een specifieke verwijzing naar de genoemde noodlokalen op het digitale aanvraagformulier. Het ontbreken van de betreffende gegevens op het aanvraagformulier kan daarom volgens eiseres thans niet aan haar worden tegengeworpen.
5.1.De rechtbank constateert dat onder de gedingstukken zich een uitdraai van een (kennelijk elektronisch door eiseres ingediende) ‘Aanvraag van voorzieningen programma 2013’ bevindt, die inhoudt dat de aanvraag is bedoeld voor Melanchton Schiebroek, Van Bijnkershoekweg 97. Onder het kopje ‘Toelichting noodzaak’ is opgemerkt dat in het ondertekende Convenant Huisvesting Hillegersberg-Schiebroek afspraken zijn vastgesteld voor alle vestigingen van Melanchton in de deelgemeente Hilligersberg-Schiebroek, en dat de huurkosten worden geraamd op € 46.850. Daarbij wordt verwezen naar een bijlage. Een daarachter gevoegd document houdt onder meer in dat wordt verzocht om de vier noodlokalen aan de Van Bijnkershoekweg voor vergoeding in aanmerking te laten komen. Op het document is handgeschreven de opmerking aangebracht: ‘Bedrag opvragen bij Cora € 46.850’. Voorts zijn achter de aanvraag gevoegd overzichten met leerlingenaantallen en zogenaamde ruimte-behoeftemodellen met betrekking tot respectievelijk de Van Bijnkershoekweg 97, de Icarusstraat 1, en Melanchton Prinses Irene, locatie Teldersweg 90.
5.2.Anders dan eiseres, is de rechtbank van oordeel dat uit de aanvraag en de kennelijk daarbij behorende bijlagen, niet volgt dat de aanvraag tevens zag op een huurvergoeding voor de twee noodlokalen aan de Teldersweg. In de aanvraag zelf wordt enkel de Van Bijnkershoekweg genoemd, en één van de bijlagen ziet weliswaar op de locatie Teldersweg 90 maar houdt niets in waaruit kan worden afgeleid dat voor de noodlokalen op die locatie ook een huurvergoeding nodig is, laat staan dat deze wordt aangevraagd. Gelet daarop was verweerder, anders dan eiseres stelt, niet gehouden om uit eigener beweging eiseres uit te nodigen haar aanvraag aan te vullen met de voor beoordeling benodigde stukken met betrekking tot de noodlokalen aan de Teldersweg, nu uit de tekst van de aanvraag niet blijkt dat deze aanvraag mede daarop zag. Van een afzonderlijk door eiseres ingediende aanvraag voor de noodlokalen aan de Teldersweg is, zoals ter zitting door eiseres is bevestigd, geen sprake. De rechtbank is van oordeel dat de door eiseres gevolgde handelwijze voor haar rekening en risico dient te komen.
5.3.De rechtbank stelt vast dat de vergoeding van huurkosten als hier bedoeld, gelet op artikel 4:21 van de Awb een subsidie betreft, voor verstrekking waarvan, mede gezien artikel 6 van de Verordening, een (elektronische) aanvraag moet worden gedaan.
Geconstateerd moet worden dat door eiseres geen aanvraag is ingediend voor vergoeding van huurkosten van de noodlokalen aan de Teldersweg. Om die reden kan de brief van 20 december 2012, voor zover daarin gesproken wordt over een vergoeding voor noodlokalen aan de Teldersweg, niet worden aangemerkt als een besluit.
Verweerder had het door eiseres daartegen gerichte bezwaar niet-ontvankelijk moeten verklaren.