Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het incidenteel vonnis van 22 mei 2013, waarbij de vordering van Berser in het bevoegdheidsincident is afgewezen en waarbij in de hoofdzaak een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 5 september 2013;
- de akte houdende wijziging van de gronden van eis, ex art. 130 Rv, tevens houdende overlegging producties van Up Swing;
- de akte tijdens comparitie van partijen mede n.a.v. wijziging van eis van eiseres;
- de conclusie van repliek (met producties);
- de conclusie van dupliek (met producties);
- de akte uitlating producties van Up Swing.
2.De vaststaande feiten
shipper, consigneeen/of
notify party.
3.Het geschil
4.De beoordeling
als delivery agentvoldoende duidelijk zijn geweest dat zij diende zorg te dragen voor het in ontvangst nemen van de beide containers en deze onder zich moest houden tot nadere instructies zouden volgen. Ten aanzien van container MJTU0400079 stond dat expliciet in de mail van 21 november 2011. Met betrekking tot de andere container ontbrak die instructie. Partijen doen echter al meer dan 10 jaar zaken met elkaar en [persoon 1] van Berser verklaarde ter comparitie dat eerder door Up Swing gegeven instructies ook zo luidden.
notify adress(en anders dan Berser stelt niet als ontvanger) stond vermeld en de facturen van de zendingen een FOB-prijs kenden. Andere argumenten waarom Berser er op mocht vertrouwen dat zij heeft uitgeleverd aan degene die zeggenschap over de goederen had zijn niet gesteld.
“Informed that this shipment is issued the Master Bill by CMA CGM Shanghai, China. Kindly contact their agent for cargo release without the presentation of original MBL at your end”in de e-mails van 27 oktober en 3 november 2011 van Up Swing. Deze tekst sloeg blijkens de tekst daarvan duidelijk op afgifte zonder originele seawaybill/MBL (waarin Berser als ontvanger werd genoemd) aan Berser zelf en niet op afgifte door Berser onder de House Bill of Lading van Up Swing. Evenmin levert de omstandigheid dat Up Swing geen (naar de rechtbank begrijpt) scans van de later gewijzigde cognossementen aan Berser heeft gestuurd (mede-)schuld van Up Swing op. De tekortkoming van Berser betreft immers het ten onrechte vrijgeven van containers
zonder het innemen van originele cognossementen en niet het vrijgeven aan een niet recht- en regelmatig houder van die cognossementen. Bovendien zijn de cognossementen pas gewijzigd na het vrijgeven van de containers. Op zichzelf is de rechtbank het met Berser eens dat dit laatste de vraag oproept onder welke omstandigheden Up Swing daarna is overgegaan tot wijziging van de
shipper,
consigneeen/of
notify adressop de cognossementen. Had Up Swing op dat moment geweten dat de containers reeds waren vrijgegeven dan is het niet erg waarschijnlijk dat zij tot die afgifte zou zijn overgegaan. Gesteld noch gebleken is echter dat op Up Swing de rechtsplicht rustte om eerst contact met haar cargadoor op te nemen voordat zij tot wijziging van de cognossementen overging. Up Swing - aan wie naar niet is weersproken in China de originele cognossementen waren teruggegeven - mocht er namelijk op vertrouwen dat Berser, zoals hiervoor reeds overwogen, de twee containers tot nader order onder zich bleef houden. De rechtbank verwerpt derhalve de stelling van Berser, dat Up Swing zichzelf moedwillig in een positie heeft gemanoeuvreerd dat zij met een claim zou worden geconfronteerd.
Export Customs Declaratiozerechtbank dat niet is gebleken dat door Up Swing in China onvoldoende verweer is gevoerd doen de door Berser bij dupliek overgelegde (en door Up Swing betwiste) producties geen afbreuk.
4.263,00(3,0 punten × tarief € 1.421,00)