Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 september 2011 (hierna: het tussenvonnis), alsmede de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- het rapport van het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) van 13 maart 2012;
- de akte van Hamburger c.s. van 8 mei 2013 houdende primair wijziging van - de grondslag van eis - en subsidiair reactie op de inhoud van het rapport van het Internationaal Juridisch Instituut, met één productie;
- de akte van [gedaagde] van 17 juli 2013;
- de akte van depot van 20 februari 2014 van het originele exemplaar van de ‘Fahrzeugbrief voor vrachtauto met kenteken RE-VK183’;
- het proces-verbaal van de pleidooizitting van 12 maart 2014 en de daaraan gehechte processtukken;
- de pleitnotities van de advocaten van Hamburger c.s. en van [gedaagde].
2.De verdere beoordeling
het tussenvonnis
€ 242.500,--, exclusief rente, welke bedrag overeenkomt met de door Hamburger aan Pillat Bau uitgekeerde schadepenningen. De uiteindelijke schade van Pillat Bau bedraagt
€ 2.500,--, het bedrag van haar eigen risico.
It is up to a buyer to prove he was in good faith, for instance, by demanding an original sales contract from the thief[cursivering IJI] The fourth requirement can be interpreted as “something supplementary”, as it is not enough that the previous conditions are satisfied; something more is needed to extinguish the property rights of an initial owner. According to Danish case law, only when the goods are bought from merchants
or when the initial owner stands by and does not act to pursue his rights (denoted as passivity), is the buyer able to keep the goods[cursivering IJI}.”
Roseis voldaan. [gedaagde], de koper, is thans in het bezit van de kraan (het eerste vereiste), zo is niet in geschil. Evenmin is in geschil dat ten tijde van de diefstal van de kraan, in de nacht van 1 op 2 juni 2003, de kraan in het bezit is gekomen van de dief (het tweede vereiste). Ook niet in geschil is, tot slot, dat [gedaagde] de kraan heeft gekocht van een koopman in vorenbedoelde zin (het vierde vereiste). Waar partijen wél van mening over verschillen, is of voldaan is aan genoemd derde vereiste, het vereiste dat de koper zorgvuldig heeft vastgesteld of de zaak niet van diefstal afkomstig is. Het is aan [gedaagde] te stellen en, zo nodig, te bewijzen dat hij de vereiste zorgvuldigheid heeft betracht. In dat verband overweegt de rechtbank als volgt.
€ 120.000,-- bedroeg.
- explootkosten dagvaarding € 70,85
- beslagkosten € 215,--
- vastrecht € 251,--
- salaris advocaat € 7.105,-- (5 punten x tarief € 1.421,--)
901/1573/
32