Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[Eiser],
[Eiser],
[Eiser],
[Eiser],
[Eiser],
[Eiser],
[Eiser],
[Eiser],
[Eiser],
[Eiser],
[Eiser],
[Eiseres],
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.De vordering en de grondslag daarvan
- Al sinds de zomer van 2013 was CVO actief betrokken bij de plannen voor de voortzetting van het onderwijs aan de leerlingen van IG. Ter onderbouwing hiervan wijzen eisers op een brief van de wethouder d.d. 4 juli 2013 waarin wordt gesteld dat IG en CVO samen verkennen hoe een nieuwe start kan worden gemaakt met het islamitisch voortgezet onderwijs in Rotterdam
- IG had al voor faillissement, namelijk op 4 oktober 2013, de beschikking over haar inventaris en lesmaterialen verloren, aangezien die bij vaststellingsovereenkomst van 4 oktober 2013 om niet zijn overgedragen aan de gemeente Rotterdam. Weliswaar is deze overeenkomst door de curator buitengerechtelijk vernietigd en zijn de lesmaterialen alsnog betaald door CVO en de rest van de inboedel door de gemeente, maar hierdoor is de situatie geformaliseerd die de gemeente al voor het faillissement had gecreëerd, namelijk dat de lesmiddelen en inventaris ter beschikking zouden blijven voor het voortgezet Islamitische onderwijs in Rotterdam;
- De inschrijving voor nieuwe leerlingen vond al plaats op 7 en 8 oktober 2013 (dus voordat het faillissement werd uitgesproken);
- De gemeente was ook al op 1 oktober 2013 bereid de ‘nieuwe’ school te huisvesten in de gebouwen van IG. Het onderwijs is ook voortgezet in de bestaande behuizing;
- De identiteit van IG is bij overname van de activiteiten door CVO/Melanchton volledig behouden gebleven, nu leerlingen, gebouwen, lesmiddelen en een groot deel van het personeel en de islamitische identiteit mee over zijn gegaan naar CVO;
- De bekostiging en extra subsidie zijn al voor het faillissement aan CVO toegezegd, zoals blijkt uit de brief van de secretaris-generaal van OCW d.d. 2 oktober 2013 (productie 11 eisers);
- In de eindrapportage d.d. 16 december 2013 van de projectgroep Oprichting De Opperd staat dat het faillissement pas is aangevraagd nadat de voortzetting van de activiteiten van IG was gewaarborgd.