In deze zaak vorderde de eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd te Zoeterwoude, betaling van schadevergoeding van de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap, gevestigd te Vlaardingen. De schade was ontstaan tijdens het vervoer van een hijskraanonderdeel, de y-afspanbok, dat door de gedaagde was vervoerd. De eiseres stelde dat de gedaagde aansprakelijk was op grond van artikel 6:171 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de vrachtwagenchauffeur, die in opdracht van de gedaagde het vervoer uitvoerde, onzorgvuldig had gehandeld door de afspankabelbundels niet deugdelijk te zekeren. De gedaagde betwistte deze stelling en voerde aan dat de vrachtwagenchauffeur zorgvuldig had gehandeld en dat de eiseres zelf verantwoordelijk was voor de juiste zekering van de lading.
De rechtbank Rotterdam oordeelde dat de vordering van de eiseres was verjaard, omdat de eiseres de gedaagde niet tijdig aansprakelijk had gesteld. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde zich op de verjaringstermijn van één jaar kon beroepen, zoals vastgelegd in artikel 32 CMR. De eiseres had de gedaagde pas bij brief van 6 juni 2012 aansprakelijk gesteld, terwijl de schade al op 23 augustus 2011 was ontstaan. De rechtbank oordeelde verder dat de eiseres onvoldoende had aangetoond dat de vrachtwagenchauffeur onzorgvuldig had gehandeld. De rechtbank wees de vorderingen van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen in het vervoer om tijdig aansprakelijkheid te stellen en de verantwoordelijkheden met betrekking tot de zekering van lading duidelijk te definiëren. De rechtbank bevestigde dat de gedaagde niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de schade, omdat de vrachtwagenchauffeur niet onzorgvuldig had gehandeld en de eiseres zelf verantwoordelijk was voor de zekering van de lading.