In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een verklaringsprocedure tussen de Maatschappij tot Exploitatie van Vaartuigen 'Rijn en IJssel' B.V. en de Stichting Beheer NN-Gelden. De Maatschappij vordert dat de Stichting een gerechtelijke verklaring aflegt en tot betaling overgaat van een bedrag dat voortvloeit uit winstdelingen van mantelovereenkomsten met Nationale Nederlanden. De Stichting heeft eerder verklaard dat zij geen gelden verschuldigd is aan de Vereniging van sleep- en duwbooteigenaren Rijn & IJssel, maar de Maatschappij stelt dat deze verklaring herroepen moet worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Stichting in beginsel het recht heeft om haar verklaring te herroepen, tenzij zij haar recht heeft verwerkt. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de Maatschappij in een nadeliger positie hebben gebracht, en dat de Stichting haar verklaring mocht herroepen. De vordering van de Maatschappij wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van de Stichting. Het vonnis is uitgesproken op 22 januari 2014.