Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
mr. L.A.C. van Nifterick, rechter in de rechtbank Rotterdam, afdeling publiekrecht, team bestuursrecht 2 (hierna: de rechter).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 januari 2014 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een bestuursrechtelijke procedure. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. L.A.C. van Nifterick, de rechter die de bodemprocedure behandelde. De verzoeker stelde dat de rechter partijdig was, onder andere vanwege uitlatingen die zij zou hebben gedaan tijdens een eerdere zitting en vragen die zij stelde die volgens de verzoeker niet relevant waren voor de behandeling van de zaak. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor partijdigheid. De rechter heeft aangegeven dat zij zich niet herkent in de beschuldigingen van partijdigheid en dat haar vraagstelling niet duidt op een gebrek aan onpartijdigheid. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig was. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen.