ECLI:NL:RBROT:2014:6373

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 juli 2014
Publicatiedatum
29 juli 2014
Zaaknummer
C/10/453963 / FA RK 14-5103
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • [jw.sys.1.naam_rechter_1]
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar over de nalatenschap van Jacoba Johanna van der Beijl

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 23 juli 2014, wordt de heer mr. Frank Jeroen Pitstra benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van Jacoba Johanna van der Beijl, die op 27 oktober 2013 te Zuidplas is overleden. Van der Beijl heeft geen testament achtergelaten en haar erfgenamen hebben de nalatenschap verworpen. Hierdoor is de nalatenschap onbeheerd gelaten, wat aanleiding geeft tot het verzoek om een vereffenaar te benoemen.

De procedure startte met een verzoekschrift dat op 20 juni 2014 bij de griffie is ingekomen. De rechtbank overweegt dat het verzoek tot benoeming van de vereffenaar niet onrechtmatig of ongegrond is. De nalatenschap wordt niet beheerd door een executeur, wat de noodzaak voor een vereffenaar onderstreept. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de benoeming onmiddellijk effect heeft.

De rechtbank heeft tevens bepaald dat de benoeming van de vereffenaar moet worden ingeschreven in het boedelregister en dat deze bekendgemaakt zal worden in de Nederlandse Staatscourant en in het AD Rotterdams Dagblad. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag, binnen een termijn van drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team familie 1
zaaknummer / rekestnummer: C/10/453963 / FA RK 14-5103
Beschikking van 23 juli 2014 betreffende de benoeming tot vereffenaar van de nalatenschap
in de zaak van:
mr. R.J. SCHIMMELPENNINCK en mr. B.F.M. KNÜPPE,
in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van de naamloze vennootschap DSB BANK N.V.,
hierna te noemen verzoekers,
advocaat mr. E.C. van der Spek te Heemstede.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 20 juni 2014.

2.De vaststaande feiten

2.1.
Op 27 oktober 2013 is te Zuidplas overleden Jacoba Johanna VAN DER BEIJL (hierna: Van der Beijl), laatst gewoond hebbende te Capelle aan den IJssel.
2.2.
Van der Beijl heeft niet bij testament over haar nalatenschap beschikt.
2.3.
De erfgenamen hebben de nalatenschap van Van der Beijl verworpen.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek strekt tot benoeming van de heer mr. F.J. Pitstra tot vereffenaar over de nalatenschap van Van der Beijl.
3.2.
De nalatenschap wordt niet door een executeur beheerd en de erfgenamen laten haar onbeheerd.
3.3.
Het verzoek kan als niet onrechtmatig of ongegrond worden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
benoemt tot vereffenaar over de nalatenschap van Jacoba Johanna VAN DER BEIJL, geboren op 4 juli 1954 te Rotterdam, laatst gewoond hebbende te Capelle aan den IJssel en overleden op 27 oktober 2013 te Zuidplas:
Mr. Frank Jeroen PITSTRA, geboren op 14 augustus 1979 en wonende te 1218 CW Hilversum, Vlindermeent 83;
4.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
verstaat dat de griffier de benoeming onverwijld doet inschrijven in het boedelregister van de rechtbank op de voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek;
4.4.
bepaalt dat de benoeming vanwege de vereffenaar zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant en in het AD Rotterdams Dagblad / het nieuwsblad AD de Dordtenaar[[c]].
Deze beschikking is gegeven door [jw.sys.1.naam_rechter_1], rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier [jw.sys.1.naam_griffier] op 23 juli 2014.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.