In opdracht van [eiser] heeft [deskundige2], register arbeidsdeskundige verbonden aan arbeidsdeskundig bureau Radar, onderzocht wat de mogelijkheden van [eiser] zouden zijn geweest en wat redelijkerwijs als eindstudie en laatste carrièrestap gezien kan worden. Het door hem op 13 december 2012 uitgebrachte rapport vermeldt – voor zover hier van belang – :
“[…]
Waar zijn arbeidshygiënisten werkzaam?
Er zijn ongeveer 550 arbeidshygiënisten in Nederland werkzaam […]. Arbeidshygiënisten zijn werkzaam bij arbodiensten, overheid, onderwijs- en onderzoeksinstellingen, specifieke arbeidsbureaus en gespecialiseerde laboratoria. Zij werken veelal buiten bedrijven […]. Het gros is werkzaam bij een arbodienst.
[…]
Werkgelegenheid
De laatste jaren is het aantal arbeidsplaatsen sterk afgenomen door onder andere de wijziging van de Arbo-wet in 2007. Bedrijven zijn door de wijziging niet meer verplicht expertise van kerndeskundigen (arbeidshygiënisten) af te nemen van hun arbodienst en beginnen veel arbeidshygiënisten al dan niet gedwongen voor zichzelf. […]
Arbodienst 365 (voorheen Arboned) gaf aan dat zij in 2005 16 arbeidshygiënisten in dienst hadden, thans zijn dat er nog 12.
[…]
Beschouwing
Bedrijfsverpleegkundige en arbeidshygiënist zijn nauw verwante beroepen. Beiden houden
zich bezig met de gezondheid en de werkomstandigheden van werknemers. De
bedrijfskundige heeft de focus op het gevolg (ziekte/verzuim) van ongezonde
werkomstandigheden en de arbeidshygiënist heeft de focus op de oorzaak (ongezonde
werkomstandigheden) van de gezondheidsschade.
Mijn inziens is de belangstelling van betrokkene voor de opleiding arbeidshygiënist
verklaarbaar en verdedigbaar, gelet op de raakvlakken van beide disciplines. Als men immer bezig is met het bestrijden van de symptomen/gevolgen, is het willen bestrijden van de oorzaken in mijn ogen een logische vervolgstap.
Uit mijn onderzoek blijkt dat de opleiding tot arbeidshygiënist een werk- en denkniveau op hbo-niveau vereist.
Betrokkene beschikte hier ook over gezien het feit dat hij voor het ongeval een tweetal
opleidingen op hbo-niveau afgerond heeft en ook op de werkvloer op hbo-niveau ingezet is.
De opleiding vergt daarnaast een flinke natuurwetenschappelijke basis op havo-niveau van de kandidaat-student. Ik vernam van betrokkene, helaas zonder schriftelijk bewijs, dat hij
beschikte over wiskunde, natuurkunde en scheikunde op mavo-niveau. De basiskennis was
dus aanwezig, het bijspijkeren van de kennis op havo-niveau had hij naar mijn mening in zo’n 13-14 maanden kunnen volbrengen.
Gezien het bovenstaande acht ik het verdedigbaar dat betrokkene de opleiding in ieder geval bij Saxion had kunnen aanvangen, de toelatingseisen zijn daar minder streng. Bovendien had betrokkene daar waarschijnlijk een vrijstelling kunnen verkrijgen op het terrein van ergonomie/fysieke belasting. Betrokkene zou de studie hebben kunnen afronden in januari 2005.
Gelet op de eisen voor certificering (die indirect ook meewegen in de toelating voor de
opleiding aan PHOV) kan ik niet zonder enig voorbehoud aangeven dat betrokkene ooit voor certificering in aanmerking zou zijn gekomen. Het niet gecertificeerd zijn, staat echter een loondienstbetrekking niet in de weg. Ik verwacht dan ook dat betrokkene zonder ongeval na zijn studie - begin 2005 dus ruim voor de wijziging van de Arbo-wet in 2007 - als arbeidshygiënist bij een arbodienst (Arboned 1 nu 365) dan wel bij de rijksoverheid had gewerkt. De maximale verdiensten voor een arbeidshygiënist liggen rond de € 4.400,- bruto per maand. Dit maximum bereikt men na ongeveer 10 jaar.
[…]”