Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde],
[gedaagde2],
[gedaagde3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 maart 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 7 juli 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
- tot het in het geding brengen van de notulen van februari 2008 of daaromtrent waarin is besloten tot een dividenduitkering van € 1.235.000 op aandelen A, zulks op straffe van een dwangsom van € 100.000;
- tot het in het geding brengen van het taxatierapport met betrekking tot de onroerende zaken, zoals dat is besproken in de getuigenverhoren en zou zijn opgemaakt eind 2007 of begin 2008 door Faasse & Fermont makelaars te Goes, zulks op straffe van een dwangsom van € 100.000;
- aan [eiseres] te voldoen € 245.800, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 augustus 2010, althans vanaf 1 augustus 2012 tot de dag der algehele voldoening;
- aan [eiseres] te voldoen € 20.517,91, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf heden tot de dag der algehele voldoening.
4.De beoordeling
4.000,00(2,0 punten × tarief € 2.000,00)
5.De beslissing
2309]