3.1.[eiser] heeft gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat Johnsol ten titel van het door haar aan [eiser] verleende ontslag als statutair bestuurder schadeplichtig is, primair op grond van wanprestatie en subsidiair op grond van onrechtmatige daad;
te verklaren voor recht dat Johnsol jegens [eiser] ter zake van die schadeplichtige beëindiging gehouden is om de door [eiser] geleden en te lijden schade te vergoeden, in de vorm en mate van een daarop toegesneden beëindigingsvergoeding;
Johnsol te veroordelen om aan [eiser] te betalen een vergoeding van € 50.000,00, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag;
te verklaren voor recht dat de tussen partijen aangegane arbeidsovereenkomst in de zin der wet nog immer bestaat, zodat Johnsol gehouden is en blijft om aan [eiser] te betalen het loon voor zijn werkzaamheden;
Johnsol te veroordelen om, zolang de arbeidsverhouding tussen partijen nog steeds bestaat, aan [eiser] te betalen een arbeidsbeloning welke thans wordt bepaald op p.m.;
Johnsol te veroordelen om aan [eiser] te betalen een vergoeding voor gemaakte juridische kosten van € 9.000,00 (inclusief omzetbelasting), althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag;
Johnsol te veroordelen in de proceskosten, de beslagkosten daaronder begrepen.