3.1Eiser vordert, na vermindering van eis, dat gedaagde bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
a. wordt veroordeeld om
- binnen 36 uur na betekening van dit vonnis alle verwijzing naar eiser op haar facebook-site te verwijderen, behoudens na te noemen rectificatie, met dwangsommen;
- behoudens in het kader van het voldingen van juridische procedures, geen enkele mededeling omtrent haar financiële en juridische verhouding met eiser te verspreiden behoudens voor zover het mededelingen betreft ten aanzien waarvan bij in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak juist is gebleken, met dwangsommen;
b. (ter zitting is de eis op dit punt -rectificatie- ingetrokken);
c. gedaagde wordt veroordeeld om op eerste verzoek
(1) een door eiser aan te leveren volmachtverklaring te ondertekenen die eiser in staat stelt om verbintenissen aan te gaan en rechtshandelingen te plegen, voor zover nodig mede in naam van gedaagde, met betrekking op de aanspraken op de twee appartementsrechten in São Luis en het appartementsrecht in Belem, met dwangsommen en
(2) medewerking te verkrijgen aan al hetgeen nodig is om legalisatie daarvan door de Braziliaanse autoriteiten te verkrijgen, met dwangsommen;
d. voor recht te verklaren dat
1. partijen elkaar hebben leren kennen in Nederland in 2001;
2. partijen nooit buiten Nederland hebben samengewoond;
3. gedaagde om het Nederlanderschap heeft verzocht voor 10 februari 2004;
4. in het jaar 2004 aan gedaagde de Nederlandse nationaliteit is verstrekt aangezien voldaan was aan het wettelijke vereiste van tenminste drie jaar onmiddellijk voorafgaande aan het nationaliteitsverzoek toelating en hoofdverblijf in Nederland te hebben;
5. de toelating tot Nederland gedurende meer dan 3 jaar voorafgaand aan het naturalisatieverzoek die een vereiste was voor de verkrijging van de Nederlandse verblijfstitel tot basis had van het type ‘machtiging voorlopig verblijf (MVV)’, afgegeven met het model ‘verblijf bij partner/echtgeno(o)te’;
6. deze ‘partner/echtgeno(o)te’ niet eiser was en dat ook nooit is geweest;
7. het bestaan van eventuele gevolgen, voortvloeiende uit de tussen partijen onderhouden relatie, betrekking hebbend op hun vermogen of op een eventuele alimentatieverplichting van de ene partij jegens de andere, dient te worden berecht op basis van de Nederlandse wet;
8. het samenwonen en/of affectie tussen twee personen, volgens de Nederlandse wetten, geen familierechtelijke betrekking creëert in de afwezigheid van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap;
9. er geen enkele familierechtelijke betrekking tussen partijen bestaat noch bestaan heeft;
10. er, behoudens mogelijke contractuele verplichtingen met betrekking tot aanspraken op een appartement in Belem en op twee appartementen in São Luis en alimentatieverplichtingen, geen enkele verplichting bestaat van eiser jegens gedaagde;
11. er geen goederen bestaan die aan beide partijen toebehoren;
12. er tussen partijen geen enkele gemeenschap bestaat;
13. gedaagde op haar Facebook-site informatie publiceerde, die voor alle bezoekers van de site duidelijk maakte dat ze een relatie had met een zekere [persoon 4] van 2008 tot 2011;
met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding.