Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 mei 2013 waarbij een comparitie van partijen werd gelast
- het proces-verbaal van comparitie van 10 september 2013
- de conclusie van antwoord in reconventie (met producties)
- de conclusie van repliek in conventie (met producties)
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie (met producties)
- de conclusie van dupliek in reconventie tevens akte in conventie houdende uitlating producties en schadecijfers (met producties).
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
- de TMLS is een te bekwamer plaatse vastgemaakte zaak, zodat schuld van de UK 167 behoudens door haar te leveren tegenbewijs vaststaat;
- in ieder geval heeft de UK 167 schuld aan de schadevaring omdat zij een verboden veiligheidsgebied binnen is gevaren, de marifoon niet goed uitluisterde, kennelijk met inadequate niet bijgewerkte zeekaarten voer en ook de regels van goede zeemanschap heeft overtreden;
- [gedaagde] is aansprakelijk voor de door [eiseres] als gevolg van de schadevaring ontstane schade ad € 825.729.
4.De beoordeling
aanbrengen in magenta een cirkelvormig verboden gebied met een straal van 500 m en bovengenoemde lichtboei als middelpunt”. De veiligheidszone van de TMLS staat overeenkomstig deze BaZ 38/2001 ook opgenomen in de door de Nederlandse Dienst der Hydrografie uitgegeven Nederlandse kaart NL1037. Op instigatie van [eiseres] is een wijziging van het soort licht op de TMLS-boei doorgegeven in het op 13 januari 2011 gepubliceerde BaZ 2011/2 (47/11: een wit flikkerlicht dat een keer per 6 seconden brandt). Door [gedaagde] wordt niet gemotiveerd betwist dat de plaats en de uitvoering van de lichtboei in werkelijkheid overeenkomt met de beschrijving in het BaZ. Gesteld noch gebleken is dat op grond van verdragen en/of wetgeving andere eisen gelden voor de markering van een hieuwlijn. De achtergrond van de opmerking van [persoon5] van het Hanzeplatform
, “dat een radarreflector wel op de boei zou hebben moeten gezeten”, is verder onderbelicht gebleven. De rechtbank concludeert derhalve dat de TMLS aangemerkt dient te worden als een “
zo nodig behoorlijk verlichte, vaste of te bekwamer plaatse vastgemaakte zaak, geen schip zijnde”als bedoeld in het eerdergenoemde artikel 8:546 BW. Hieraan doet niet af dat de hieuwlijn zelf niet goed te zien is en onder invloed van stroming en wind vrij kan bewegen in een straal rondom het tankerverladings manifold. De hieuwlijn wordt immers niet bediend of bemand zoals een beweegbaar gedeelte van een brug en in casu moet het bij voorbaat uitgesloten worden geacht dat de bewegingen van de hieuwlijn tot het ontstaan van de aanraking in juridische zin hebben bijgedragen (Vgl. H.R. 11 november 1994, S&S 1995,21).
5.De beslissing
8 oktober 2014voor het opgeven van de verhinderdagen van beide partijen en hun advocaten in de maanden december 2014 tot en met februari 2015, waarna dag en uur van de comparitie zullen worden bepaald,