In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident tussen de curator van de Nederlandse Machinisten Maatschappij Dordrecht B.V. (NMMD) en de Duitse vennootschap HÄFEN- UND GÜTERVERKEHR KÖLN AG (HGK). De curator vorderde betaling van een bedrag van € 39.303,68 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten, en stelde dat de rechtbank Rotterdam bevoegd was op basis van de algemene voorwaarden van NMMD, waarin een forumkeuze was opgenomen. HGK betwistte de bevoegdheid van de rechtbank Rotterdam en voerde aan dat de curator haar had moeten dagvaarden voor de Duitse rechter, aangezien er geen expliciete wilsovereenstemming over de forumkeuze bestond.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechtsverhouding tussen NMMD en HGK primair werd geregeld door een ondertekend Dienstleistungsvertrag van 11 maart 2005, waarin geen forumkeuze was opgenomen. De rechtbank oordeelde dat de curator geen beroep kon doen op de forumkeuze in de algemene voorwaarden, omdat er geen wilsovereenstemming was bereikt zoals vereist door artikel 23 lid 1 van de EEX-Vo. De rechtbank concludeerde dat zij onbevoegd was om van de vordering van de curator kennis te nemen, en veroordeelde de curator in de proceskosten van het incident en de hoofdzaak.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat de curator in de proceskosten wordt veroordeeld, omdat hij nodeloos kosten heeft veroorzaakt door de hoofdzaak bij de verkeerde rechter aanhangig te maken. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van HGK begroot op € 1.892,00 voor griffierecht en € 452,00 voor salaris van de advocaat in het incident. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 1 oktober 2014.