ECLI:NL:RBROT:2014:8549
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsaneringsregeling wegens gebrek aan goede trouw en strafbare handelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 juli 2014 uitspraak gedaan over het verzoek van een alleenstaande man tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die een WWB-uitkering ontvangt, heeft een aanzienlijke schuldenlast van € 85.851,09. Het verzoek is ingediend op 9 mei 2014, en de zitting vond plaats op 30 juni 2014. De rechtbank oordeelt dat de verzoeker niet te goeder trouw is geweest in de vijf jaar voorafgaand aan zijn verzoek, wat een vereiste is voor toelating tot de schuldsaneringsregeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat een deel van de schulden van de verzoeker verband houdt met een hennepplantage die in zijn woning is aangetroffen. De verzoeker heeft verklaard niet op de hoogte te zijn geweest van deze plantage, maar de rechtbank oordeelt dat het de verantwoordelijkheid van de huurder is om ervoor te zorgen dat er geen strafbare handelingen in de woning plaatsvinden. De verzoeker is tekortgeschoten in deze verplichting en is daarom verantwoordelijk voor de daaruit voortvloeiende schulden.
Daarnaast blijkt uit een overzicht van openstaande vorderingen dat de verzoeker acht onbetaalde boetes heeft, die zijn opgelegd vanwege verkeersovertredingen en het onverzekerd laten van een auto. De rechtbank concludeert dat deze schulden, die zijn ontstaan door het overtreden van de wet, niet te goeder trouw zijn ontstaan. De schulden aan de Gemeente Rotterdam, Essent en de Belastingdienst zijn eveneens niet te goeder trouw ontstaan, wat de toelating tot de schuldsaneringsregeling in de weg staat.
De rechtbank wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af, omdat er onvoldoende feiten en omstandigheden zijn die, ondanks het ontbreken van goede trouw, toelating zouden rechtvaardigen. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, in aanwezigheid van mr. D.G. Zwanenburg, griffier.