Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 juli 2012;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte aanvulling grondslag/wijziging van
- het proces-verbaal van comparitie van 22 januari 2013;
- de ten behoeve van de comparitie door [gedaagde] overgelegde stukken;
- de conclusie van repliek in conventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens houdende conclusie van repliek in
- de conclusie van dupliek in reconventie;
- de akte houdende uitlating producties van Global c.s.
2.De vaststaande feiten
Oxfruit, Ox Group, Point of Difference, Ask Invest, (all incorporated in the Netherlands) and POD, India & their affiliates”. Deze overeenkomst bevatte hoofdlijnen over de door partijen voorgenomen samenwerking, en voorzag in een joint venture vennootschap waarin Sunvita Pte. Ltd. voor 51 procent en Ask Invest of andere leden van de Ox Group (van [gedaagde]) voor 49 procent zou deelnemen.
[persoon1]” en dat de aandacht vooral moest uitgaan naar het te verschepen fruit in India. Hij schreef voorts:
handgeschreven, rb.)] in the Netherlands earlier under the name Eurogips Keukengroep B.V. and are going through the formation process and obtaining regulatory approvals for this company. This company will be called SUNVITA BV. This process is expected to be completed by April 2.
First results !!!’. Bij dit bericht waren twee in het Nederlands gestelde afrekeningen van diezelfde datum gevoegd van [bedrijf1]aan ‘Sunvita B.V.’ waarin [bedrijf1] een commissie van 8 procent aan ‘Sunvita B.V.’ in rekening bracht.
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in (deels voorwaardelijke) reconventie
5.De beoordeling
SUNVITA OLD will transfer all its assets/liabilities, agreements to Newco SUNVITA BV once regulatory approvals obtained. A separate agreement to cover this will be executed concurrently with this MOU.”. Met deze laatste zin is kennelijk, nu niet is gesteld of gebleken dat partijen rond 20 maart 2011 enig andere overeenkomst hebben gesloten, gedoeld op de CA van 22 maart 2011.
legally operational’ is, zullen voortgaan met samenwerken in de tijdelijke Sunvita, ‘
a company ‘under construction’ (...) Sunvita B.V. referred as Sunvita Old in this agreement’.
will carry on business in International markets and trade of fresh produce (...) in Old Sunvita B.V., starting in October 1, 2010 to till May 31, 2011’.
once regulatory approvals [are] obtained’, en voorts het een en ander over (inzicht in) de financiële administratie, maar concrete afspraken die rechtstreeks het verschepen en op de markt brengen van fruit betreffen (in de lijn van hetgeen in de overeenkomst van 14 januari 2011 was vastgelegd) ontbreken. Artikel 1.5 van de CA bepaalt dat ‘
all other relationship between the parties shall be governed as per terms and condition MoU executed between them on March 20th, 2011’.
company under construction’, de behoefte groeide aan schriftelijke afspraken met de ontvanger daarvan, onder meer over de eigendomspositie en de wijze van afrekenen, temeer nu uit de hierboven onder 2.15 tot en met 2.20 aangeduide correspondentie blijkt dat de samenwerking niet louter soepel van start ging.
“(…) op 11 april 2011 de TA getekend [heeft;rb.
], onder de voorwaarde dat de druiven in orde zijn (…)” en met zijn standpunt onder 9 van zijn incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring, tevens incidentele conclusie tot zekerheidsstelling proceskosten, dat op 11 april 2011 een TA is gesloten.
gehelewerking aan de CA zou ontnemen gedurende het seizoen 2011, zoals Global c.s. stelt, acht de rechtbank niet aannemelijk. De CA zag immers, zoals blijkt uit de MOU, niet zozeer op het onderling afrekenen van op de markt gebrachte zendingen fruit, als wel de verdeling van risico’s en kosten van de tijdelijke Sunvita en de afspraak dat haar activa en passiva te zijner tijd zouden worden overgedragen aan de joint venture Sunvita. Daarmee strookt dat de CA door [gedaagde] is getekend namens ASK Invest Holding B.V. i.o., de beoogd aandeelhouder in de joint venture Sunvita. De TA voorziet daarentegen in concrete afrekenafspraken tussen ([gedaagde] namens) Sunvita B.V. i.o., de ontvanger van het in 2011 door Global c.s. verscheepte fruit, alsof de (nog niet geformaliseerde) joint venture in dat verband werd weggedacht. Een en ander in onderling verband bezien maakt dat het niet logisch is om de TA te beschouwen als een latere overeenkomst tussen dezelfde partijen over hetzelfde onderwerp, die (bijzondere bijkomende omstandigheden daargelaten) prevaleert en de eerder gesloten CA geheel heeft achterhaald. De TA gaat slechts boven de CA indien en voor zover de TA tussen dezelfde partijen geldt en hetzelfde regelt als de CA.
company under construction’ onder de naam ‘Sunvita’. Ook in de CA is vermeld dat partijen zolang de joint venture onderneming nog niet was geformaliseerd, zaken zouden doen via ‘Old Sunvita B.V.’, de door [gedaagde] gestarte ‘
company under construction’, ‘
starting in October 1, 2010 to till May 31, 2011’.
Mr [gedaagde] has taken personal legal responsibility and liability for the working of this company” en dat in de considerans van de CA staat “
Mr [gedaagde] has taken personal legal responsibility and liability for the working of Sunvita B.V. referred as Sunvita Old in this agreement.”. Global c.s. wijst ook op artikel 1.2 van de CA, dat luidt “
Parties agree that during this time Mr. [gedaagde] will be responsible for the working of Old Sunvita B.V., including handling, administration and finance.”.
personal legal liability” verder te laten strekken dan zoals is voorzien in artikel 2:203 lid 2 BW. Hij heeft nooit op eigen naam fruit geïmporteerd en verhandeld en heeft ook in dit geval niet in privé zaken willen doen met Global c.s., aldus [gedaagde].
company under construction’ Sunvita B.V. i.o. Wanneer onder die omstandigheden bij herhaling expliciet wordt vastgelegd dat [gedaagde] “
personal legal responsibility and liability” heeft genomen voor het functioneren van de tijdelijke Sunvita, mag Global deze mededelingen opvatten als een toezegging van [gedaagde] dat hij persoonlijk mede aansprakelijk is voor de nakoming van de verbintenissen van Sunvita B.V. (i.o.). Zeker nu, zoals in r.o. 5.4 overwogen, partijen op dat moment niet concreet de oprichting van Sunvita B.V. voorzagen, ligt niet in de rede om deze toezegging in tijd beperkt te achten tot de periode tot aan de oprichting van Sunvita B.V. Wel volgt uit artikel 1.2 in verbinding met de aanhef van artikel 1 en de verdere inhoud van de CA dat de toezegging was bedoeld voor de handelstransacties verricht in de periode tot eind mei 2011.
handelend onder de namen A.S.K. Invest Holding B.V. i.o. en Sunvita B.V. i.o.” gaat de rechtbank er vanuit dat Global c.s. deze vennootschappen zou hebben gedagvaard, indien zij ten tijde van de dagvaarding reeds waren opgericht.
rb.) B.V. daartoe gerechtigd zou zijn, terwijl bovendien deze dan niet door Global en/of Amaya zou worden betaald maar zou worden voldaan uit de winst van de joint venture Sunvita.
6.De beslissing
3 december 2014voor het nemen van een akte door Global c.s. over hetgeen is vermeld onder 5.35, waarna [gedaagde] op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,
2066