ECLI:NL:RBROT:2014:8790

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 september 2014
Publicatiedatum
28 oktober 2014
Zaaknummer
2726743 CV EXPL 14-3653
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • L.J. van Die
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid in het kader van incassowerkzaamheden

In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 5 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen Parco Payrolling B.V. en Globe Incasso B.V., waarbij ook [gedaagde 2] betrokken was. Parco vorderde een verklaring voor recht dat [gedaagde 2] onrechtmatig heeft gehandeld en verzocht om betaling van een bedrag van € 16.288,44, vermeerderd met rente en kosten. De procedure volgde op een opdracht die Parco aan Globe had verstrekt voor de incasso van een vordering op Leads2Call. Globe had echter geen schriftelijke bevestiging van de opdracht en heeft de geïnde bedragen niet volledig doorbetaald aan Parco. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 2], als bestuurder van Globe, persoonlijk aansprakelijk is voor de schade die Parco heeft geleden. Dit is gebaseerd op de overweging dat [gedaagde 2] de feitelijke leiding had binnen Globe en nalatig heeft gehandeld door geen kwaliteitsrekening aan te houden en geen maatregelen te nemen om de betalingen aan Parco te waarborgen. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een grove schending van de zorgplicht door [gedaagde 2]. De vordering van Parco werd toegewezen, en Globe en [gedaagde 2] werden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 2726743/ CV EXPL 14-3653
uitspraak: 5 september 2014
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Parco Payrolling B.V.,
gevestigd te Tiel,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.A. Koot te Tiel,
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Globe Incasso B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
niet verschenen,
2. [gedaagde 2],
wonende te Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. D. van der Wilt te ’s-Gravenhage.
Partijen zullen hierna “Parco” resp. “Globe” en “[gedaagde 2]” genoemd worden.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennis genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 13 januari 2014 met producties;
  • de conclusie van antwoord zijdens [gedaagde 2] met producties;
  • het tussenvonnis d.d. 13 maart 2014 waarin de kantonrechter een comparitie van partijen heeft gelast;
  • het proces-verbaal van de op 6 juni 2013 gehouden comparitie van partijen.
1.2.
Globe heeft, in tegenstelling tot [gedaagde 2], niet op de eerstdienende dag gereageerd, waarna de kantonrechter tegen Globe verstek heeft verleend. Globe heeft geen gebruik gemaakt van het recht van zuivering van het verstek. Op grond van artikel 140 lid 2 Rv wordt thans één vonnis gewezen dat voor alle partijen als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd. De kantonrechter heeft de uitspraak van het vonnis nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

2.1.
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast.
2.2.
Globe hield/houdt zich bezig met incassowerkzaamheden in opdracht en ten behoeve van derden. [gedaagde 2] is van 29 juni 2012 tot en met 2 juli 2013 directeur en enig aandeelhouder geweest van Parco. Vanaf 2 juli 2013 is de Stichting Fair Incasso Nederland enig bestuurder en aandeelhouder van Globe (hierna: “Fair Incasso”).
2.3.
Parco heeft een vordering op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Allebedrijven in Sales B.V. h.o.d.n. Leads2Call (hierna: “Leads2Call”).
2.4.
Parco heeft aan Globe een opdracht verstrekt – welke door Globe is aanvaard – ter zake de incasso van haar vordering op Leads2Call (hierna: “de overeenkomst”). Een getekende schriftelijke bevestiging van de opdracht ontbreekt.
2.5.
Globe heeft namens Parco een procedure tegen Leads2Call aanhangig gemaakt en gevoerd bij de rechtbank ’s-Gravenhage, team kanton, locatie Gouda.
Dat heeft geresulteerd in een op 18 april 2013 uitgesproken en op tegenspraak gewezen vonnis van de kantonrechter te Gouda, waarbij Leads2Call is veroordeeld tot betaling van een bedrag groot € 6.582,34, te vermeerderen met rente en kosten.
2.6.
Globe heeft (in ieder geval) in 2012 enkele bedragen van Leads2Call geïncasseerd, waarvan € 2.075,83 aan Parco is doorbetaald.
2.7.
Parco heeft vervolgens bij e-mail van haar gemachtigde d.d. 31 oktober 2013 Globe verzocht om de door haar geïnde bedragen uit hoofde van de overeenkomst aan haar door te boeken. Daarop is geen betaling gevolgd.

3.De vordering

3.1.
Parco vordert na vermindering van haar eis - kort gezegd - een verklaring voor recht dat [gedaagde 2] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, met veroordeling van [gedaagde 2] en Globe (hoofdelijk, des dat de één betalende de ander voor dat gedeelte zal zijn bevrijd) tot betaling van een bedrag aan hoofdsom groot € 16.288,44, vermeerderd met rente en kosten als in de dagvaarding omschreven.
3.2.
Parco stelt daartoe – samengevat en voor zover van belang – dat Globe de uit hoofde van de overeenkomst bestaande verplichting om de van derden ontvangen gelden door te geleiden niet is nagekomen.
Aangezien Globe in de betreffende periode werd gedreven door [gedaagde 2] is hij als bestuurder persoonlijk aansprakelijk ex artikel 6:162 BW. [gedaagde 2] had de feitelijke leiding binnen Globe. Hoewel hij het in zijn macht had de geïncasseerde gelden aan Parco te betalen, heeft hij dit (op uitzondering van een bedrag van € 2.075,83 dat op aandringen van Parco is betaald) stelselmatig nagelaten. Sterker nog, er is sprake van een grove schending van de op hem rustende (zorg)verplichting. Cliënten van Globe hebben betaald op een rekening die geen derdenrekening is. [gedaagde 2] heeft in zijn hoedanigheid van bestuurder de situatie laten ontstaan en voortbestaan dat Globe geen derdenrekening had en nagelaten cliënten te waarschuwen dat zij niet moeten betalen op de gewone rekening. [gedaagde 2] wist van de (aanstaande) problemen van Globe. [gedaagde 2] heeft Globe vervolgens overgedragen aan de nieuwe eigenaar/bestuurder, Fair Incasso (zijnde de heer Blanken), en Globe als een ‘brandend huis’ achtergelaten. [gedaagde 2] had zich ervan moeten vergewissen, op het moment dat hij de zaak overdroeg, of Globe aan haar betalingsverplichtingen kon voldoen.
Voor dat nalaten is [gedaagde 2] aansprakelijk (6:162 BW).

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde 2] voert verweer en concludeert - samengevat - tot afwijzing van de vorderingen van Parco, met veroordeling van Parco in de kosten van het geding.
4.2.
[gedaagde 2] betoogt daartoe - samengevat - dat hij geen contractspartij is bij de overeenkomst. Globe heeft de opdracht aanvaard en naar behoren uitgevoerd. Van enige persoonlijke aansprakelijkheid op grond van artikel 6:162 BW van [gedaagde 2] als bestuurder van Globe is geen sprake. Daarvoor is nodig dat [gedaagde 2] een ernstig verwijt valt te maken. Het enkele feit dat [gedaagde 2] geen kwaliteitsrekening heeft aangehouden valt hem niet te verwijten nu daartoe geen wettelijke verplichting bestaat en het [gedaagde 2] als bestuurder/oprichter van Globe vrij stond zijn bedrijf in te richten zoals hij dat wil. [gedaagde 2] heeft Globe (en alle lopende verplichtingen) verkocht en overgedragen aan Fair Incasso.
Daarnaast betoogt [gedaagde 2] dat de e-mail van 31 oktober 2013 aan Globe, afkomstig van
mr. Koot, geen ingebrekestelling betreft. Derhalve is ook geen sprake van verzuim.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Beoordeeld dient te worden of [gedaagde 2] als statutair bestuurder van Globe jegens Parco persoonlijk aansprakelijk is voor de door Parco geleden schade. Daartoe wordt het volgende overwogen.
5.2.
Onder omstandigheden kan de bestuurder van een vennootschap jegens een schuldeiser van de vennootschap op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk zijn, indien hij feitelijk verhindert dat de vennootschap bestaande verplichtingen jegens de crediteur nakomt
(HR 31 januari 1958, NJ 1958, 251). In beginsel is een bestuurder slechts persoonlijk aansprakelijk indien hem een ernstig persoonlijk verwijt treft, hetgeen slechts onder bijzondere omstandigheden kan worden aangenomen (HR 8 januari 1999, NJ 1999, 318). De stelplicht - en bewijslast - met betrekking tot zodanige bijzondere omstandigheden rust (in beginsel) op Parco.
5.3.
Niet weersproken is dat Globe uit hoofde van de overeenkomst enkele geldbedragen heeft geïnd en dat geld (met uitzondering van een bedrag van € 2.075,83) niet heeft doorgeleid naar Parco. Voorts staat vast dat ten tijde van het aangaan en uitvoeren van bedoelde opdracht [gedaagde 2] bestuurder van Globe was en binnen Globe een leidende rol had. Volgens Parco heeft Leads2Call volledig aan het onder r.o. 2.5. aangehaalde vonnis voldaan en heeft Globe/[gedaagde 2] dat geld bewust ‘in een zwart gat’ laten verdwijnen, hetgeen [gedaagde 2] valt te verwijten nu hij geen kwaliteitsrekening heeft aangehouden.
Ter zitting heeft [gedaagde 2] in dit verband betoogd dat hij inderdaad geen kwaliteitsrekening heeft aangehouden. Betalingen van derden werden ontvangen op een ‘gewone’ betaalrekening. Vervolgens heeft [gedaagde 2] zijn bedrijf verkocht aan iemand met wie hij via zijn boekhouder in contact is gekomen, Fair Incasso/Blanken. Van laatstgenoemde is niets meer vernomen. De administratie die [gedaagde 2] onder zich had heeft hij naar eigen zeggen ten tijde van de verkoop overgedragen aan Fair Incasso/Blanken.
5.4.
Op zichzelf genomen is juist de stelling van [gedaagde 2] dat op hem als bestuurder geen wettelijke verplichting rust een derdenrekening aan te houden. Dat enkele feit kan hem niet zonder meer worden aangerekend. Evenwel, Parco heeft in dit verband gemotiveerd aangevoerd dat [gedaagde 2] als bestuurder van Globe de feitelijke leiding binnen het bedrijf had; er was geen personeel in dienst van Globe, [gedaagde 2] besliste en had daarmee feitelijk de macht betalingen te verrichten aan derden. Immers, de opdracht die hij had aanvaard hield in dat hij geld van derden incasseerde en vervolgens (al dan niet na het sluiten van het dossier) de ontvangen bedragen (na aftrek van de kosten) zou doorgeleiden naar de opdrachtgevers. In die hoedanigheid wist [gedaagde 2] dat Globe - ten tijde van het overdragen van de vennootschap aan Blanken in juli 2013 - nog niet volledig aan haar betalingsverplichting jegens Parco heeft voldaan en ook niet zou kunnen voldoen, aldus Parco. Met andere woorden; [gedaagde 2] heeft onvoldoende zorg gedragen voor het scheiden van de geldstromen binnen Globe hetgeen hem persoonlijk valt te verwijten volgens Parco.
De kantonrechter overweegt allereerst dat het verweer van [gedaagde 2] dat hij nimmer in gebreke is gesteld hem in ieder geval niet kan baten, gelet op het bepaalde in artikel 6:83 sub b BW;
bij een schadevergoedingsverbintenis op grond van onrechtmatige daad treedt het verzuim zonder ingebrekestelling in.
Voorts wordt overwogen dat de persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder, gelet op de onder r.o. 5.2. aangehaalde heersende jurisprudentie, niet te snel mag worden aangenomen. Daarvoor zijn bijkomende, bijzondere omstandigheden nodig. Het feit dat geen kwaliteitsrekening is aangehouden door [gedaagde 2] kan hem, zoals hij terecht heeft aangevoerd, niet zonder meer worden aangerekend. Er zijn door Parco in dit verband bijzondere omstandigheden aangevoerd die maken dat [gedaagde 2] wel een ernstig verwijt kan worden gemaakt. [gedaagde 2] had binnen Globe ‘alle touwtjes in handen’, hij heeft geld geïnd na een geslaagde incasso, dat geld laten uitbetalen op een ‘gewone’ betaalrekening en in ieder geval een deel van dat geld niet doorgeleid aan de opdrachtgever, Parco. Door deze situatie te laten ontstaan en laten voorbestaan, waarbij [gedaagde 2] bovendien heeft nagelaten die derden te waarschuwen dat dat geen kwaliteitsrekening betrof, heeft [gedaagde 2] nalatig gehandeld.
Die waarschuwingsplicht heeft des te meer te gelden op het moment dat Globe werd overgedragen aan Fair Incasso/Blanken, nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde 2] enig (voor)onderzoek heeft verricht naar de betrouwbaarheid van Blanken. Bovendien heeft [gedaagde 2] zijn cliënten niet op de hoogte gesteld van deze overgang en ook heeft hij op geen enkele wijze maatregelen genomen om de (door-)betaling aan Parco zeker te stellen.
Al deze omstandigheden tezamen leiden de kantonrechter tot de slotsom dat [gedaagde 2] een ernstig verwijt treft, op grond waarvan hij persoonlijk aansprakelijk is op grond van artikel 6:162 BW; de gevorderde verklaring voor recht ligt voor toewijzing gereed.
De dientengevolge door Parco geleden schade dient te worden vergoed. Dat betekent dat de gevorderde hoofdsom groot € 16.288,44, zijnde de door Parco geleden schade, eveneens voor toewijzing gereed ligt.
De gevorderde verschenen rente is berekend over een te hoge hoofdsom. Voorts is gevorderd de rente over de reeds verschenen rente terwijl niet is niet voldaan aan de jaartermijn. De rente zal daarom worden toegewezen op de wijze als in het dictum vermeld.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen worden afgewezen. Gesteld noch gebleken is dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (herhaalde) aanmaning, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier, waarvoor het bepaalde in de artikelen 237 e.v. Rv al een vergoeding pleegt in te sluiten.
5.9.
Globe en [gedaagde 2] worden hoofdelijk - des dat de één betalende de ander voor dat gedeelte zal zijn bevrijd - als de in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten veroordeeld, nakosten daaronder begrepen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
verklaart voor recht dat [gedaagde 2] jegens Parco onrechtmatig heeft gehandeld;
veroordeelt Globe en [gedaagde 2] hoofdelijk - des dat de één betalende de ander voor dat gedeelte zal zijn bevrijd - om aan Parco te betalen € 16.288,44, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag vanaf de dag van opeisbaarheid van dat bedrag tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt Globe en [gedaagde 2] hoofdelijk – des dat de één betalende de ander voor dat gedeelte zal zijn bevrijd - in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Parco bepaald op € 1.016,80 aan verschotten en € 600,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt Globe en [gedaagde 2] hoofdelijk - des dat de één betalende de ander voor dat gedeelte zal zijn bevrijd - in de nakosten aan de zijde van Parco begroot op een bedrag van
€ 131,- dan wel, indien de betekening van dit vonnis plaatsvindt, een bedrag van € 199,- te voldoen, te rekenen vanaf de 15e dag na dagtekening van het vonnis;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. van Die en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
(741)