Uitspraak
1.Het procesverloop en de processtukken
2.Het verzoek en het verweer daartegen
8 juli 2014 lijkt het verzoek (in elk geval deels) niet te zijn gedaan zodra de betreffende feiten en omstandigheden aan verzoeker bekend zijn geworden, zoals bedoeld in artikel 8:16 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.De ontvankelijkheid van het verzoek
18 juli 2014 opgeroepen voor de zitting van 3 oktober 2014, waarbij vermeld is dat dezelfde rechter de zaak zal behandelen. Dat verzoeker deze brief ontvangen heeft, blijkt uit zijn bevestiging ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van het onderhavige wrakingsverzoek dat hij de brief kort na 18 juli 2014 ontvangen heeft. Inmiddels had verzoeker op 16 juli 2014 een klacht bij de president van de rechtbank Rotterdam ingediend over de wijze waarop de zitting van 8 juli 2014 verlopen was. Bij brief van 12 augustus 2014 heeft de president van de rechtbank Rotterdam de klacht van de hand gewezen. Bij brief van 14 augustus 2014 heeft verzoeker de rechter gewraakt.