ECLI:NL:RBROT:2014:8870
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- P.H. Veling
- A.P. Hameete
- M. Fiege
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in kort geding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 oktober 2014 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoeker tegen mr. J.W. van den Hurk, rechter in een kort geding. Het wrakingsverzoek volgde op een zitting van 8 oktober 2014, waar verzoeker zich benadeeld voelde omdat de rechter bepaalde stukken niet had toegestaan. Verzoeker stelde dat de beslissing van de rechter onbegrijpelijk was en voortkwam uit vooringenomenheid. De rechtbank heeft het procesverloop en de argumenten van verzoeker zorgvuldig beoordeeld. De wrakingskamer oordeelde dat een voor een partij onwelgevallige beslissing van een rechter op zichzelf geen grond voor wraking oplevert. De rechtbank concludeerde dat de beslissing van de rechter niet zo onbegrijpelijk was dat deze alleen verklaard kon worden door vooringenomenheid. De rechter had gehandeld conform het procesreglement en verzoeker had niet tijdig de benodigde stukken ingediend. De rechtbank benadrukte dat de onvrede van verzoeker over de gang van zaken niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van partijdigheid. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af, waarbij de rechtbank ook opmerkte dat verzoeker zijn standpunt niet voldoende had onderbouwd met concrete gedragingen van de gewraakte rechter.