ECLI:NL:RBROT:2014:9269
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van bestuurlijke boete opgelegd door de Autoriteit Financiële Markten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een bestuurlijke boete van € 250.000,- was opgelegd. De boete was opgelegd wegens overtreding van artikel 5:58, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De AFM had besloten het bestreden besluit openbaar te maken, wat de verzoeker wilde schorsen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en geoordeeld dat de AFM niet aannemelijk had gemaakt dat de verzoeker betrokken was bij marktmanipulatie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker niet wist of had moeten weten van de afspraken tussen andere partijen die mogelijk tot de overtreding hadden geleid. De voorzieningenrechter concludeerde dat, hoewel de overtreding van artikel 5:58 niet ontkend kon worden, deze niet verwijtbaar was aan de verzoeker, omdat hij niet op de hoogte was van de relevante feiten en omstandigheden.
De voorzieningenrechter schorste het bestreden besluit tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op het bezwaar van de verzoeker. Tevens werd de AFM veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de verzoeker. De uitspraak werd openbaar gedaan en er stond geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.