Het, aangevulde c.q. gewijzigde, verzoekschrift strekt ertoe dat de voorzieningenrechter bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
I primair, een door [verzoekster] aan te wijzen, subsidiair een door de rechtbank aan te wijzen, deskundige, opdracht geeft tot het opstellen van een taxatierapport ten aanzien van de waarde van AmbuCare,
II AmbuCare en High Care beveelt om steeds binnen drie dagen, althans zo snel mogelijk, na een of meer aldus door deze deskundige gedane verzoeken daartoe de gevraagde informatie aanlevert opdat de voornoemde deskundige het taxatierapport kan vervaardigen,
III bepaalt dat aan het bevel onder II een dwangsom van € 10.000 is verbonden die wordt verbeurd per dag dan wel gedeelte van een dag dat AmbuCare of High Care geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan bedoeld bevel te voldoen,
IV primair, bepaalt dat de aandelen in AmbuCare kunnen verblijven aan [verzoekster] tegen een bedrag gelijk aan de waardering van AmbuCare conform het taxatierapport van welk recht [verzoekster] gebruik kan maken gedurende een maand na de afronding van het taxatierapport en, voor het geval [verzoekster] van deze mogelijkheid afziet, aan afwijkende wijze van verkoop bepaalt,
V subsidiair, een afwijkende wijze van verkoop bepaalt,
VI voor het geval een afwijkende verkoop, als bedoeld onder III en IV (de voorzieningenrechter leest IV en V), zal plaatshebben, AmbuCare en High Care beveelt om al datgene te doen of te gedogen dat nodig is om de door de rechtbank te bepalen wijze van verkoop tegen een optimale opbrengst mogelijk te maken, waaronder de openlegging van boeken, bescheiden en gegevensdragers, voor zover betrekking hebbend op de vermogenstoestand van AmbuCare, dan wel zodanige andere informatie als de rechtbank zal bepalen, op verbeurte van een dwangsom van € 10.000 per dag dan wel gedeelte van een dag dat AmbuCare of High Care in gebreke blijft aan dit bevel te voldoen,
VII bepaalt dat de aandelen in AmbuCare in het geval van openbare verkoop slechts kunnen worden aangeboden aan gekwalificeerde beleggers als bedoeld in artikel 5:3, lid 1, Wft, dan wel slechts kunnen worden aangeboden tegen een tegenwaarde van ten minste € 100.000 per belegger als bedoeld in artikel 5:3 lid 1 onder c Wft,
VIII primair HCH en Rabobank, subsidiair HCH veroordeelt in de kosten van de procedure aan de zijde van [verzoekster], en bepaalt dat hierover wettelijke rente verschuldigd zal zijn binnen 14 dagen na de (eind) beschikking,
IX HCH veroordeelt in de buitengerechtelijke incassokosten zoals beschreven en begroot onder punt E van het verzoekschrift van 4 augustus 2014.