Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 februari 2012 waarbij een comparitie van partijen is gelast en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de brief van mr. J. Smit van 16 februari 2012 met het verzoek de comparitie van partijen aan te houden in verband met overleg over een minnelijke regeling;
- de brief van mr. T. Roos van 21 februari 2012 met een eensluidend verzoek;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 1 oktober 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
- [gedaagde] heeft ondanks herhaalde sommaties de openstaande factuur ad € 83.300 niet betaald;
- op grond van artikel 14 van de VNSI-voorwaarden is [gedaagde] vanaf 30 dagen na factuurdatum 1,5 % rente per maand verschuldigd, is [gedaagde] gehouden buitengerechtelijke incassokosten te betalen en is [gedaagde] niet bevoegd tot verrekening.
4.De beoordeling
in conventie
894,00(1,0 punt × tarief € 894,00)
447,00(1 punt × factor 0,5 × tarief € 894,00)