In deze zaak, die voor de kantonrechter te Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde] over de rechtsgeldigheid van de opzegging van een schadeverzekering. [eiseres] had op 6 juli 2010 een aanvraag ingediend voor een schadeverzekering voor haar auto, waarbij zij bepaalde vragen op het aanvraagformulier met 'Nee' had beantwoord. De verzekering werd op 12 juli 2010 afgesloten. Na de diefstal van de auto op 21 december 2012, heeft [gedaagde] de verzekering opgezegd, omdat [eiseres] niet had voldaan aan haar mededelingsplicht. De kantonrechter oordeelt dat [eiseres] verplicht was om alle relevante informatie te verstrekken die van belang was voor [gedaagde] bij het aangaan van de verzekering. Dit omvatte ook het strafrechtelijke verleden van haar man, die als belanghebbende bij de verzekering werd aangemerkt. De kantonrechter concludeert dat [gedaagde] de verzekering rechtsgeldig heeft opgezegd, omdat zij bij kennis van de ware stand van zaken de verzekering niet zou hebben afgesloten. De vordering van [eiseres] om de opzegging ongedaan te maken en om een uitkering te ontvangen, wordt afgewezen. Tevens wordt [eiseres] veroordeeld in de proceskosten.