Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 maart 2014,
- de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke incidentele vordering ex art. 843a Rv,
- de conclusie van antwoord in het incident,
- het proces-verbaal van comparitie van 29 september 2014,
- de brief van mr. Van Campen van 16 oktober 2014.
2.De feiten
3.Het geschil in de hoofdzaak
4.Het geschil in het incident
5.De beoordeling
in de hoofdzaak
6.De beslissing
getuigenwil laten horen,
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis schriftelijk aan de rechtbank
afdeling privaatrecht, planningsadministratie, kamer 12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam (faxnummer 010-2972518)- de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden maart tot en met juni 2015 opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
bewijsstukkenen/of door een ander bewijsmiddel, zij dit
binnen twee wekenna de datum van deze uitspraak schriftelijk aan de rechtbank ter attentie van de roladministratie van de afdeling privaatrecht - en aan de wederpartij moet opgeven,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,