Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
Beroep op nietigheid dagvaarding
“advocaat”,omdat voor het verrichten van proceshandelingen één advocaat toereikend is en dit overeenstemt met de praktijk waarin een partij gewoonlijk slechts één advocaat stelt. Uit de wetsgeschiedenis blijkt echter niet dat de wetgever hiermee voor ogen had een beperking te brengen in het aantal te stellen advocaten. In het algemeen kan ook niet worden ingezien welke belangen van de gedaagde een dergelijke beperking noodzakelijk maken. Indien meerdere advocaten worden gesteld, is het logische gevolg hiervan dat de gedaagde de keuze heeft aan welke advocaat mededelingen danwel betekeningen aan de eiser worden gedaan. De door Cunado gestelde advocaten houden kantoor aan hetzelfde adres, zodat voor Veerhaven duidelijk is dat zij aan dit adres mededelingen en betekeningen aan Cunado kan doen. Van een gebrek is derhalve geen sprake.
NJ1996, 667, “Frio Alaska”).
“totaal uitval van de Veerhaven 10”door de schipper van het ms. Veerhaven 10 vlak na de assistentie, wat letterlijk duidt op een black-out, en ook niet met de observatie van de bemanning van het ms. Cunado dat de verlichting op het gehele ms. Veerhaven 10 was uitgevallen en telkens slechts kort werkte als de motor tevergeefs werd opgestart. Het feit dat
alle24-Volt systemen (zie de schriftelijke verklaring van de heer [persoon1]) en daarmee de radar was uitgevallen, het roersysteem een alarmsignaal gaf, de bediening vanaf de brug was uitgevallen, en de marifoonverbinding was verbroken, wijst op een onderbreking van de toevoer van elektriciteit, waardoor aannemelijk is dat ook de verlichting op het ms. Veerhaven 10 niet meer werkte.
“Ook zag ik geen directe noodzaak om over te gaan op hand bediening van de motoren via de machinekamer, mede ingegeven door het feit dat het assisteren door de CUNADO gewoon minder rompslomp zou geven.”Veerhaven stelt daarnaast dat zij extra ankers had kunnen uitgooien. De door Cunado ingeschakelde expert heeft ter zitting toegelicht dat voordat een anker gaat houden het schip 40 tot 50 meter verder is en 20 tot 25 minuten onderweg. Gelet op de grote massa en de aanvankelijk geringe snelheid van het duwverband en het feit dat de al uitgegooide ankers reeds aan het krabben waren, acht de rechtbank deze inschatting voor de hand liggend. Veerhaven stelt dat de ankers al na enkele minuten hadden gehouden maar heeft die stelling verder niet onderbouwd, hoewel dat op haar weg had gelegen, nu op haar de bewijslast rust van de stelling dat het duwverband zich op eigen kracht uit de gevaarlijke situatie had kunnen redden. Nu zij slechts een algemeen bewijsaanbod heeft gedaan, ziet de rechtbank geen reden om haar tot bewijslevering toe te laten en gaat de rechtbank er vanuit dat ook het uitgooien van extra ankers geen reële oplossing bood.
- Had de Veerhaven 10 aanzienlijke schade kunnen oplopen en veroorzaken aan het bunkerstation bij aanvaring hiervan, zeker gezien de totale massa van het duwverband.
- Was het duwverband dwars in de rivier gevallen en was schade aan de voorste bakken en één van de kribben aan de rechter oever niet ondenkbaar en zelfs heel waarschijnlijk geweest.
- Daarnaast was een stremming in de rivier opgetreden en was door de volle stroom op de vrijwel geheel afgesloten rivier een niet te voorspellen situatie ontstaan.