Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 november 2014;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 1-27;
- de brief mr. Van Goethem met producties 3-6;
- het proces-verbaal van comparitie van 15 januari 2015.
2.De feiten
- dat partijen over en weer betrokken zijn bij een juridisch en zakelijk geschil;
- dat als uitvloeisel van dat geschil [gedaagde] in Marokko in hechtenis c.q. in verzekerde bewaring is gesteld, zulks op aangifte van [eiser];
- (…)
(toevoeging rechtbank: de advocaat van [gedaagde])op met de mededeling dat ze ([eiser] en [gedaagde]) er uit waren. [gedaagde] zou aan [eiser] € 50.000 in contanten geven plus onderdelen voor de geleverde gokautomaten. Daarna zou [eiser] de aanklacht intrekken en kon [gedaagde] als vrij man Marokko verlaten. Heb [gedaagde] daarna ook nog aan de telefoon gehad die dit bevestigde maar wel aangaf dat hij deze deal onder druk had geaccepteerd. Hij moest er niet aan denken nog langer in de gevangenis te moeten zitten, de schade aan zijn bedrijf door zijn afwezigheid begon op te lopen en de spanning die dit veroorzaakte bij zijn vrouw en kinderen begon ook zijn tol te eisen.”
3.Het geschil
in conventie
- tussen partijen is een geschil onstaan nadat [gedaagde] in mei 2013 twee ongedekte checques van acht miljoen Marokkaanse Dirham (€ 700.000 ten tijde van de dagvaarding) aan [eiser] had uitgeschreven. [eiser] heeft hiervan aangifte gedaan in Marokko;
- ter beëindiging van dit geschil is op 28 juni 2013 tussen partijen een overeenkomst gesloten op grond waarvan [gedaagde] € 50.000 aan [eiser] zou betalen zodra [gedaagde] weer voet op Nederlandse bodem zou zetten;
- hoewel [gedaagde] op 1 juli 2013 van Marokko naar Nederland reisde heeft betaling nimmer plaatsgevonden.
4.De beoordeling
- griffierecht € 868
- salaris advocaat € 1.788 (2 punten maal tarief IV € 894)