Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
STICHTING WOONBRON,
OBIN B.V.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 13 maart 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonbron en Obin B.V., waarbij Woonbron de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde heeft gevorderd. De zaak betreft een huurovereenkomst tussen Woonbron en een huurder, die door psychische problematiek in detentie verkeert en zijn huurverplichtingen niet nakomt. Woonbron heeft de vordering gegrond op de huurachterstand en de toerekenbare tekortkoming van de huurder. Obin, als bewindvoerder, is formeel procespartij en moet in het geding worden betrokken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst kan worden ontbonden en dat de ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd is. De rechter heeft de huurachterstand toegewezen en Obin veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De ontruimingstermijn is vastgesteld op 14 dagen na de uitspraak. De kosten van de procedure zijn voor Obin, die in het ongelijk is gesteld.