Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde1],
[gedaagde2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 april 2013 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- het rapport van het Internationaal Juridisch Instituut van 31 juli 2014;
- de conclusie na deskundigenbericht van de zijde van Bigfoot;
- de conclusie na deskundigenbericht van de zijde van [gedaagden]
2.De verdere beoordeling
- Op 20 januari 2006 heeft Bigfoot Entertainment Limited aan Digidance B.V. (verder: Digidance) een geldlening verstrekt van € 750.000,00. Op 8 april 2008 heeft zij een geldlening aan Digidance verstrekt van € 100.000,00.
- Bestuurder van Digidance is Digidance Holding B.V. en bestuurder van Digidance Holding B.V. is Greatski B.V. [gedaagde1] is bestuurder van Greatski B.V. Hij houdt de meerderheid van de aandelen in Digidance.
- [gedaagde1] heeft zich, door middel van het afgeven van garanties op 20 januari 2006 en op 9 april 2008, in privé borg gesteld voor de terugbetaling van de leningen.
- Op de leningsovereenkomsten en op de garanties is Nederlands recht van toepassing.
- Door Digidance is ten behoeve van Bigfoot op 20 januari 2006 een pandrecht gevestigd op haar intellectuele eigendomsrechten.
- Ten tijde van het verstrekken van de borgtocht was [gedaagde1] gehuwd met [gedaagde2]. Op 30 september 2008 is het huwelijk ontbonden door inschrijving van het echtscheidingsvonnis in het Register van de Burgerlijke Stand.
- Op 23 juli 2008 heeft Bigfoot Entertainment Limited haar vordering op Digidance overgedragen aan Bigfoot. Zowel Bigfoot Entertainment Limited als Bigfoot is gevestigd in Hong Kong.
- Op 17 maart 2009 is Digidance in staat van faillissement verklaard.
- Bij brieven van 25 augustus 2009 en van 14 september 2009 heeft Bigfoot [gedaagde1] uit hoofde van de garanties aangesproken tot betaling van hetgeen Bigfoot op grond van de leningsovereenkomsten van Digidance te vorderen heeft.
- Bij brief van 18 september 2009 heeft [gedaagde2] de vernietigbaarheid van de garanties ingeroepen wegens het ontbreken van haar toestemming als bedoeld in artikel 1:88 lid 1 sub c BW.
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972518- en aan de wederpartij te worden toegezonden.
3.De beslissing
maandag 6 juli 2015 van 13:00 uur tot 15:00 uur,
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972518- om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de drie maanden volgend op het uitstelverzoek,