Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
DRECHTSTEDEN,
verweerster in reconventie,
eiser in reconventie,
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 april 2014, met producties;
- het herstelexploot van 17 juni 2014;
- de akte inzake beslagkosten van Drechtsteden, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- de akte rectificatie en overlegging productieoverzicht van [gedaagde], met één productie;
- het tussenvonnis van 24 september 2014, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de brief van de advocaat van Drechtsteden van 22 december 2014 met daaraan gehecht een stuk getiteld “Samenvatting standpunten van Drechtsteden”, producties en een productieoverzicht;
- een op 29 december 2014 ingekomen stuk van de advocaat van [gedaagde] met de titel “Samenvatting juridische standpunten”;
- de op 29 december 2014 ingekomen akte overlegging producties van [gedaagde], met producties;
- twee door de advocaat van [gedaagde] tijdens de comparitiezitting overhandigde facturen van [eenmanszaak];
- het proces-verbaal van comparitie van 6 januari 2015;
- het faxbericht van de advocaat van Drechtsteden van 2 februari 2015 naar aanleiding van genoemd proces-verbaal;
- de brief van de advocaat van [gedaagde] van 3 februari 2015 naar aanleiding van genoemd proces-verbaal;
- de brief van de advocaat van [gedaagde] van 4 februari;
- het faxbericht van de advocaat van Drechtsteden van 5 februari 2015.
2.De vaststaande feiten in conventie en in reconventie
Voorafgaand aan de bestelling door Drechtsteden van de servers bij een van deze drie uitgekozen ‘raamcontractanten’ diende een zogenaamde ‘minicompetitie’ plaats te vinden waarin beslist zou worden wie de laagste prijs voor de servers kon aanbieden. Drechtsteden zou dan vervolgens de servers bestellen bij de winnaar van deze competitie.
business casebij het management van Drechtsteden vervolgens server hardware van Nutanix Netherlands B.V. aan, derhalve server hardware van een andere fabrikant dan genoemde [fabrikant1]- en [fabrikant2]-server hardware. [gedaagde] stelt aan het management van Drechtsteden voor een
proof of conceptte doorlopen met Nutanix. Het doel van deze
proof of conceptwas te bezien of de producten ook binnen de specifieke omvang van Drechtsteden van voldoende kwaliteit en bruikbaar waren alsmede hoe deze producten zich verhielden tot de reeds aanwezige en gebruikte producten.
proof of conceptplaatsgehad met server hardware van Nutanix. De partij met wie deze
proof of conceptis doorlopen is Benelux Soft B.V. (hierna: Benelux Soft), een zogenaamde
resellervan Nutanix-server hardware. Het resultaat van deze
proof of conceptheeft ertoe geleid dat binnen Drechtsteden op voorstel van [gedaagde] vervolgens een keuze is gemaakt voor server hardware van Nutanix. Deze keuze heeft ertoe geleid dat Drechtsteden in de hieronder in 2.11 genoemde ‘minicompetitie’ van de raamcontractanten verlangde dat zij Nutanix-server hardware zouden offreren.
€ 2.117.500,--, inclusief support en BTW, bij Drechtsteden in rekening gebracht.
3.Het geschil in conventie
I.een bedrag van € 682.415,13, exclusief BTW (inclusief € 12.715,13 aan wettelijke rente vanaf 17 januari 2014 tot de dag van dagvaarding) uit hoofde van onrechtmatige daad/ongerechtvaardigde verrijking, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van betaling, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis;
- i) bij zijn ‘indiensttreding’ bij Drechtsteden op 6 februari 2003 onderhield [gedaagde] al contacten met en was hij al werkzaam geweest bij Benelux Soft, reseller van Nutanix-apparatuur; [gedaagde] heeft deze contacten met Benelux Soft echter, in strijd met (onder meer) de hierboven in 2.3 genoemde ‘Verklaring omtrent geheimhouding en integriteit Drechtsteden’ verborgen gehouden voor Drechtsteden; dit levert op zichzelf genomen al een onrechtmatige daad op; bovendien heeft [gedaagde] zijn contacten met Benelux Soft ook op latere momenten verborgen gehouden voor Drechtsteden;
- ii) [gedaagde] werd door Drechtsteden onder meer betrokken bij het opzetten van en het invulling geven aan de ICT-aanbestedingen die Drechtsteden in de markt zou gaan zetten, in welk verband hij de rol van ontwerper overnam; vanuit die rol heeft hij de aanbestedingsprocedure voor server-hardware mede vorm gegeven;
- iii) [gedaagde], als deskundige, heeft Drechtsteden ten tijde van genoemde aanbestedingsprocedure geadviseerd Nutanix-apparatuur aan te schaffen; Drechtsteden heeft dit advies overgenomen, omdat zij afging op de deskundigheid van [gedaagde], die hiervoor speciaal was ingehuurd;
- iv) hoewel [gedaagde] in werkelijkheid niet over terzake relevante bevoegdheden beschikte binnen Drechtsteden, deed hij het aan de buitenwereld voorkomen of hijzelf bevoegd was over de aanschaf van servers door Drechtsteden te beslissen; tegen die achtergrond heeft hij ‘toegewerkt’ naar het plaatsen van Nutanix-servers bij Drechtsteden via Benelux Soft;
- v) genoemde
- vi) vervolgens heeft Benelux Soft de deal met Nutanix, al voordat Drechtsteden als onderdeel van de ‘minicompetitie’ haar offerteaanvraag naar een van de raamcontractanten had gezonden, geregistreerd (zgn. ‘dealregistratie’); de offerteaanvraag heeft Drechtsteden pas gedaan op 26 augustus 2013;
- vii) geconcludeerd moet derhalve worden dat [gedaagde], door het arrangeren van genoemde vroegtijdige
- viii) [gedaagde] heeft zowel Nutanix als Terach, de Nederlandse distributeur van Nutanix-apparatuur en in het onderhavige geval de leverancier van Nutanix-apparatuur aan Benelux Soft, van Drechtsteden afgeschermd en hen doen geloven dat zij in concurrentie waren met andere partijen; zodoende heeft [gedaagde] van Nutanix en Terach gedaan gekregen dat zij ieder op hun beurt grote kortingen zouden verlenen op de Nutanix-apparatuur, Nutanix aan Terach en Terach aan Benelux Soft;
- ix) afgezien van de korting van 45% in verband met de dealregistratie heeft Terach namelijk nog een extra korting ontvangen van 13%, in totaal derhalve een korting van 58%; deze korting voor Terach op de listprijs, die (omgerekend in euro’s) € 1.810.000,-- bedroeg, leverde Terach derhalve een inkoopprijs op van € 754.099,70; op deze prijs heeft Terach vervolgens een marge gezet van € 204.099,70, waardoor Benelux Soft, de geregistreerde reseller, de servers met een korting van 47,1% heeft kunnen kopen van Terach voor een prijs van € 959.000,--; vervolgens heeft Benelux Soft de servers voor € 1.686.721,-- verkocht aan Centric, wat neerkomt op een marge voor Benelux Soft van € 727.721,--, een exorbitant hoge winst; de extra korting van 37%, zijnde een waarde van € 669.700,-- is daarmee dus niet ten goede gekomen van Drechtsteden;
- x) [gedaagde] heeft aldus in strijd gehandeld met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, nu hij als inhuurmedewerker van Drechtsteden heeft nagelaten de belangen van Drechtsteden waarvoor hij was ingehuurd naar behoren te behartigen, aangezien hij ervoor heeft gezorgd dat Drechtsteden zich als overheidsinstantie niet aan de voor haar geldende mededingingsregels heeft gehouden en het gemeenschapsgeld niet doelmatig heeft besteed;
- xi) kortom, [gedaagde] heeft op onrechtmatige wijze ‘toegewerkt’ naar het plaatsen van servers bij Drechtsteden via Benelux Soft,
- i) [gedaagde] heeft voor zichzelf groot financieel voordeel behaald; hij heeft in 2013, voor werkzaamheden gedurende de periode dat hij ook voor Drechtsteden werkte, € 200.000,-- ontvangen van Benelux Soft; nu het feitelijk onmogelijk is een dergelijk hoog bedrag te verdienen in één jaar - nog los van het uurtarief dat wordt gehanteerd-, terwijl [gedaagde] in datzelfde jaar ook vele uren (tijdens werkweken van structureel meer dan 40 uren) voor Drechtsteden heeft gewerkt, is er maar één conclusie mogelijk: [gedaagde] heeft voor het ‘sturen’ van de opdracht in de richting van Benelux Soft en de beïnvloeding van “de partners in de server-keten” grof betaald gekregen;
- ii) aannemelijk is verder dat ook andere “ketenpartners” aan [gedaagde] hebben betaald, zoals Terach € 35.000,--,
€ 682.415,13, exclusief BTW, aangezien dit de omvang is van de benadeling van Drechtsteden als gevolg van de hierboven beschreven onrechtmatige gedragingen van [gedaagde],
- in totaal is een bedrag van € 19.380,-- door Drechtsteden onverschuldigd betaald aan [betrokkene1], aangezien dit bedrag betrekking heeft op uren die [gedaagde] niet aan werkzaamheden voor Drechtsteden heeft besteed;
- ten slotte is [gedaagde] ook nog een bedrag van € 71.452,50 aan door Drechtsteden gemaakte kosten voor noodzakelijk verricht onderzoek verschuldigd.
- Drechtsteden wist ten tijde van het inhuren van [gedaagde] dat hij ook wel eens ‘aan de andere kant van de tafel’ had gezeten; Drechtsteden gaf zelfs aan dat zij dat juist een voordeel vond; de naam Benelux Soft is hierbij genoemd;
- overeenkomstig zijn aanstelling heeft [gedaagde] Drechtsteden slechts geadviseerd; vele personen en afdelingen binnen Drechtsteden zijn bij het onderhavige traject inzake de aanschaf van servers betrokken geweest; zij hebben ermee ingestemd dat Benelux Soft een
- intern heeft [gedaagde] nooit informatie achtergehouden voor Drechtsteden;
- in de aanbestedingsprocedure van Drechtsteden zat een, aan [gedaagde] niet te verwijten, ‘weeffout’; binnen Drechtsteden is namelijk pas de keuze voor Nutanix-servers gemaakt toen de aanbesteding al was uitgeschreven; op basis van de aanbesteding mocht Drechtsteden haar hardware slechts inkopen bij de drie raamcontractanten, die geen van alle Nutanix-partners waren en ook niet bereid waren dat te worden; Drechtsteden had, toen dat bekend was, kunnen besluiten een nieuwe aanbesteding uit te zetten, namelijk specifiek voor de inkoop van Nutanix-apparatuur, maar heeft dat echter niet gedaan; de dealregistratie door Benelux Soft, die geen verrassing was vanwege het winnen door Benelux Soft van de
- het handelen van [gedaagde] heeft niet geleid tot enige schade voor Drechtsteden;
- mocht de rechtbank toch van oordeel zijn dat het optreden van [gedaagde] aanvankelijk tot schade voor Drechtsteden heeft geleid, dan is [gedaagde] nog steeds niet gehouden tot vergoeding van deze schade, nu Drechtsteden voor deze schade is gecompenseerd.
4.4. Het geschil in reconventie
Primair:Drechtsteden veroordeelt tot betaling aan [gedaagde] van een bedrag van € 46.924,71, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verzuim, althans vanaf de dag van dagvaarding, tot de dag van voldoening,
- Drechtsteden veroordeelt in de kosten van dit geding, onder bepaling dat (i) deze kosten voldaan dienen te worden binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis en, voor het geval voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt, (ii) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede (iii) met veroordeling van Drechtsteden in de nakosten.
- [gedaagde] heeft een opeisbare vordering op Drechtsteden die verband houdt met de door [gedaagde] ten bate van Drechtsteden verrichte werkzaamheden in de maanden november en december 2013 en januari 2014, welke vordering in hoofdsom € 46.924,71, inclusief BTW, bedraagt, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 3 september 2014 tot de dag van de algehele voldoening.
Met een aanbesteding wordt beoogd concurrentie tussen bedrijven (aanbieders) te stimuleren en alle geïnteresseerde partijen een gelijke kans te geven de opdracht te verkrijgen die het meest in het belang van de aanbestedende dienst is. Gelet op zijn werkervaring en opleiding mocht van [gedaagde] verwacht worden dat hij hiervan op de hoogte was. Nog afgezien hiervan mag aangenomen worden dat [gedaagde] een en ander ook daadwerkelijk wist, nu gesteld noch gebleken is dat hij hiervan onkundig was.
Van [gedaagde] mocht dus verwacht worden dat hij in het belang van Drechtsteden zou toezien op de correcte naleving van de bij de aanbesteding behorende mededingingsregels en dat hij zélf geen inbreuk zou maken op deze regels en het belang van Drechtsteden.
(i) Nutanix werkt met zogeheten ‘listprijzen’, de door de fabrikant gesuggereerde prijzen voor eindgebruikers, die evenwel niet bindend zijn;
(ii) de partijen met wie Nutanix contracteert worden wel aangemerkt als ‘partners’; Nutanix onderscheidt vijf soorten partners; bij elk soort partner horen bepaalde eisen en bevoegdheden;
(iii) daarnaast onderscheidt Nutanix partners die geregistreerd zijn en partners die niet geregistreerd zijn; dit onderscheid ziet op het aspect van de zogeheten ‘dealregistratie’: een (weder)verkoper, ook wel genoemd een ‘reseller’, kan een deal registreren bij de leverancier op het moment dat hij verwacht dat er een bepaalde deal, bijvoorbeeld met een eindgebruiker, rond zal komen;
(iv) Nutanix verleent kortingen aan haar partners op haar listprijzen; de hoogte van deze kortingen hangt af van het soort partner waar Nutanix mee van doen heeft;
(v) (weder)verkopers/resellers die een deal hebben geregistreerd ontvangen daarnaast nog een extra korting naar aanleiding van hun dealregistratie, namelijk ter beloning en stimulering van hun loyaliteit aan Nutanix;
(vi) als een deal met een bepaalde klant eenmaal is geregistreerd, kan deze deal niet nogmaals door een andere (weder)verkoper/reseller worden geregistreerd; er bestaat dus maar één dealregistratie voor een klant.
proof of conceptvoor Drechtsteden via het volgende e-mailbericht (prod. 6 van Drechtsteden) - aangehaald voor zover relevant:
De huidige, op SBC, gebaseerde omgeving zal volledig worden vervangen door deze nieuwe omgeving.
Via de mensen van Nutanix in Belgie heb ik de nodige informatie gekregen. Helaas kunnen zij ons niet direct helpen aan een quote en test hardware, maar handelen zij dit af via hun reseller netwerk.
Uiteindelijk ben ik via Google bij u terecht gekomen. We zouden graag een Proof of Concept gaan uitvoeren met deze hardware, zou u ons daarbij willen faciliteren?
[…]
[gedaagde]
Programma Architect SCS.”
proof of conceptmaar tevens deze
proof of conceptvoorbereid en georganiseerd. Op zichzelf kan Drechtsteden [gedaagde] er geen verwijt van maken dat deze
proof of conceptreeds heeft plaatsgehad voordat Drechtsteden de keuze had gemaakt voor aanschaf van Nutanix-apparatuur. Immers, gesteld noch gebleken is dat de uiteindelijke beslissingsmacht om een
proof of conceptte houden niet meer berustte bij Drechtsteden maar was overgegaan op [gedaagde]. Hier staat echter het volgende tegenover.
Niet in geschil is dat [gedaagde] op de hoogte was van deze Nederlandse Nutanix-distributieketen. Hij wist dus dat Benelux Soft niet de enige reseller was van Nutanix-apparatuur in Nederland. Vergelijk randnummer 22 van de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie. Desondanks heeft [gedaagde], zo is evenmin in geschil, uitsluitend Benelux Soft benaderd voor het houden van een
proof of concepten niet tevens genoemde twee andere Nutanix-resellers, Wesecure en Telindus.
proof of concepten niet tevens (een van) de andere twee Nederlandse Nutanix-resellers, waarvoor een afdoende verklaring ontbreekt, heeft [gedaagde] in strijd gehandeld met (het door hem in acht te nemen zorgvuldigheidsbeginsel dat voortvloeit uit) de hiervoor in rov. 5.3 bedoelde mededingingsregels die behoren bij een aanbestedingsprocedure. De
proof of conceptvond immers plaats toen de aanbestedingsprocedure nog aan de gang was. Het mag dan misschien zo zijn dat [gedaagde] geen acht had hoeven slaan op de concurrentiepositie van de drie resellers onderling voor zover zijzelf niet konden inschrijven op de aanbestedingsprocedure, dat neemt niet weg dat, naar niet in geschil is, deze drie Nederlandse resellers de enige inkooppunten vormden voor de raamcontractanten. Een vermindering van het aantal resellers waarvan de raamcontractanten de acht Nutanix-hardware servers konden betrekken betekende derhalve in beginsel een verkleining van de mogelijkheid voor de raamcontractanten om met elkaar te concurreren bij de aanbieding van Nutanix-hardware servers aan Drechtsteden in het kader van de aanbestedingsprocedure.
Niet in geschil is dat de raamcontractanten voor de inkoop van de acht Nutanix-hardware servers aangewezen waren op inkoop bij Benelux Soft vanwege de, zoals hierna zal blijken, veel lagere prijs die Benelux Soft vroeg voor de Nutanix-hardware servers in vergelijking met de laagst denkbare prijs die betaald zou moeten worden aan de andere twee Nederlandse Nutanix-resellers, Wesecure en Telindus.
Niet in geschil is dat [gedaagde], evenals Benelux Soft, op de hoogte was van de betrekkelijk hoge korting (‘marge’) die Benelux Soft als reseller zou toekomen in geval van registratie van haar deal, namelijk 37,5%, tegenover een korting van slechts 10% voor niet-geregistreerde resellers. Op het moment dat Drechtsteden op voorstel van [gedaagde] na afloop van de succesvol door Benelux Soft gehouden
proof of concepthaar fiat gaf aan Nutanix-hardware servers wist [gedaagde] dan ook, althans behoorde hij te weten, dat het zeer voor de hand lag dat Benelux Soft, zodra zij zou weten van de voor haar gunstige uitkomst van de
proof of concept, deze ‘deal’ inzake Drechtsteden zou gaan registreren. Dat Benelux Soft ondanks genoemde betrekkelijk hoge marge die haar ten deel zou vallen in geval van registratie van deze deal, niet ‘automatisch’ zou overgaan tot deze registratie, is gesteld noch gebleken.
De rechtbank wijst in dit verband op het volgende e-mailbericht dat [gedaagde] op 30 juli 2013 om 10:13 uur, derhalve na de dealregistratie door Benelux Soft en, naar mag worden aangenomen, ook na de voor Benelux Soft gunstige uitslag van de
proof of concept, heeft gestuurd aan medewerkers van Nutanix, Terach en Benelux Soft - aangehaald voor zover relevant:
De rechtbank wijst in dit verband nog op twee andere punten van verweer van [gedaagde]. Het ene is het punt dat [gedaagde] aanmerkt als een “weeffout” in de aanbestedingsprocedure, namelijk dat binnen Drechtsteden is getest met Nutanix en besloten is om voor een Nutanix-oplossing te kiezen terwijl op basis van de aanbesteding Drechtsteden haar hardware slechts mocht inkopen bij de drie raampartijen, die evenwel geen van drieën een Nutanix-partner waren. In plaats van te besluiten een nieuwe aanbestedingsprocedure uit te zetten, specifiek voor de inkoop van Nutanix-producten, is Drechtsteden gewoon doorgegaan met de mini-competitie in de wetenschap dat geen van de drie raampartijen, als gezegd, een Nutanix-partner waren. Het andere door [gedaagde] aangevoerde punt is dat sprake is geweest van een fout van de inkoopafdeling van Drechtsteden, waar men immers niet echt onderhandeld heeft om uit te komen bij een voor Drechtsteden goede prijs. Ten aanzien van deze twee punten overweegt de rechtbank dat, wat er ook verder zij van deze twee punten, deze punten er niet aan in de weg staan dat [gedaagde] handelwijze, zoals hierboven is overwogen in rov. 5.10, ertoe heeft geleid dat Benelux Soft niet heeft hoeven concurreren met de andere twee Nutanix-resellers in Nederland en Drechtsteden derhalve op voorhand de mogelijkheid is ontzegd om (via de raamcontractanten) uit te komen bij een lagere inkoopprijs dan de door Benelux Soft aangeboden inkoopprijs. Met andere woorden, door de handelwijze van [gedaagde] heeft Drechtsteden geen gebruik kunnen maken van de in vrije concurrentie realiter te verwachten lagere marges in de schakel(s) van de distributieketen boven de (potentiële) raamcontractanten.
- de listprijs voor de eerste bestelling van acht servers (omgerekend naar euro’s)
€ 1.810.000,-- bedroeg;
- Terach, de distributeur, vanwege de aan haar verleende korting van (ruim) 58% op deze listprijs deze acht servers bij Nutanix heeft ingekocht voor € 754.099,70;
- Terach op deze inkoopprijs een marge heeft gezet van € 204.099,70 en Benelux Soft deze servers derhalve bij Terach heeft ingekocht voor € 959.000,--, zodat Benelux Soft een korting van 47,1% heeft gekregen op genoemde listprijs van € 1.810.000,--;
- Benelux Soft op deze door haar betaalde inkoopprijs van € 959.000,-- een marge heeft gezet van € 727.721,--, aangezien Centric de acht servers heeft ingekocht bij Benelux Soft voor een prijs van € 1.686.721,--;
- (zie rov. 2.11 hierboven:) voor de verkoop van de servers Centric inclusief support bij factuur van 30 oktober 2013 een bedrag van € 1.750.000,--, exclusief BTW,
€ 2.117.500,--, inclusief BTW, bij Drechtsteden in rekening heeft gebracht.
Drechtsteden stelt zich op het standpunt dat genoemde marge van € 727.721,-- die Benelux Soft op de door haar betaalde inkoopprijs heeft gezet een “exorbitant hoge” winst is, mede omdat zij daarmee nagenoeg hetzelfde verdient als Nutanix vraagt als koopprijs. De extra korting van 37% (= 47% minus 10%) op de listprijs van € 1.810.000,--, derhalve een bedrag van € 669.700,--, is dan ook volgens Drechtsteden ten onrechte niet ten goede van haarzelf gekomen.
In randnummers 11-12 van het hierboven in 1.1 als “Samenvatting standpunten van Drechtsteden” aangeduide stuk concretiseert Drechtsteden haar schade (nader). Dit doet zij door een vergelijking te maken van de door haar betaalde prijs voor de eerste bestelling van acht servers met die voor de tweede bestelling van acht servers. Volgens Drechtsteden heeft zij voor dezelfde apparatuur, inclusief onderhoud, bij de eerste bestelling € 794.881,-- exclusief BTW (€ 961.806,01 inclusief BTW) meer betaald dan bij de tweede bestelling, terwijl deze tweede bestelling, anders dan de eerste bestelling, wél gebaseerd was op mededinging. Door [gedaagde] is vervolgens (onder meer) betwist dat deze twee bestellingen vergelijkbaar zijn. Ook is Drechtsteden naar zijn zeggen bij de tweede bestelling gecompenseerd voor mogelijk bij de eerste bestelling geleden schade.
Ter onderbouwing van genoemd bewijsvermoeden overweegt de rechtbank hieronder in rov. 5.20-5.26 als volgt.
proof of conceptte houden met Nutanix-hardware servers, dat hij, om het zo te zeggen, ‘een grote vis’ in handen had voor Benelux Soft en dat ook Benelux Soft zich daar bewust van was, vanwege de bij hen beiden aanwezige kennis over de mogelijkheden van kortingen (marges) die het Nutanix-partnerprogramma bood voor Nutanix-resellers als Benelux Soft.
Benelux Soft was niet zomaar een bedrijf dat [gedaagde] toevallig op het spoor kwam, maar, als gezegd, een bedrijf waarvoor hij al had gewerkt en bovendien contacten mee onderhield.
Niet in geschil is immers dat Benelux Soft [gedaagde] in 2013 een bedrag van € 200.000,-- heeft betaald voor verrichte werkzaamheden. Voor zover [gedaagde] voor deze vergoeding al een verklaring heeft gegeven, is deze verklaring, naar het oordeel van de rechtbank, geenszins overtuigend, gelet op het zeer geringe aantal uren dat hij in, althans omstreeks, 2013 gewerkt zegt te hebben voor Benelux Soft, te minder wanneer wordt afgegaan op het uurtarief van € 77,50 dat staat vermeld in de twee door [gedaagde] in het geding gebrachte facturen van zijn hierboven in 2.2 genoemde eenmanszaak [eenmanszaak] d.d. 20 en 21 juni 2013 aan een ander bedrijf (voor in totaal 64 uur). De rechtbank had [gedaagde] voorafgaand aan de comparitie gevraagd om zijn declaraties en specificaties aan Benelux Soft en eventuele anderen met betrekking tot de periode 6 februari 2013 tot 1 december 2013 over te leggen. Behoudens genoemde twee facturen heeft [gedaagde] daar niet aan voldaan.
5.27. [gedaagde] zal worden toegelaten tot het tegenbewijs van het voorshands bewezen geachte feit dat Drechtsteden als gevolg van het hierboven in rov. 5.1-5.13 uiteengezette onrechtmatig handelen van [gedaagde] schade heeft geleden in de zin van artikel 6:162 lid 1 BW. Voor het leveren van tegenbewijs door [gedaagde] is voldoende dat hij dit vermoeden ontzenuwt: hij hoeft niet te
bewijzendat zijn onrechtmatig handelen niet tot schade heeft geleid bij Drechtsteden. Indien [gedaagde] in dit tegenbewijs slaagt, dan is het aan Drechtsteden alsnog te bewijzen dat Drechtsteden als gevolg van het hierboven in rov. 5.1-5.13 uiteengezette onrechtmatig handelen van [gedaagde] schade heeft geleden. In dit verband wijst de rechtbank erop dat zij van Drechtsteden verlangt dat zij - om redenen van proceseconomie - het bewijs van haar stellingen in antwoord op het eventueel door [gedaagde] te leveren tegenbewijs in het geding brengt (bij conclusie na enquête dan wel in contra-enquête).
- € 13.500,--, exclusief BTW, vanwege facturen van [betrokkene2];
- € 2.592,50 vanwege het inhuren door Drechtsteden van een licentiespecialist;
- € 55.360,-- vanwege de kosten die gemoeid zijn met het onderzoek door medewerkers van Drechtsteden om de gehele zaak te onderzoeken, analyseren en onderbouwen gedurende ruim 692 uur.
[gedaagde] betwist de stelling van Drechtsteden dat deze kosten noodzakelijk waren voor het onderzoek of er sprake was van ongeoorloofde beïnvloeding en op welke wijze en schaal deze beïnvloeding heeft plaatsgevonden.
6.6. De beslissing
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972518- de namens hem/haar te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden
april tot en met juli 2015moeten opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling roladministratie, kamer E12.55, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972517- en aan de wederpartij moeten opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972518- en de wederpartij moet toesturen;
901/32