Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde3],
[gedaagde5],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 mei 2014 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de akte houdende overlegging producties, tevens houdende wijziging van eis in reconventie van Vlietstroom c.s.;
- het proces-verbaal van comparitie van 11 november 2014;
- de brief van 27 november 2014 van mr. A.I.M. van Mierlo, met bijlage;
- de brief van 2 december 2014 van mr. A.I.M. van Mierlo;
- de akte houdende uitlating naar aanleiding van comparitie, tevens overlegging productie van 3 december 2014 van Vlietstroom c.s.;
- de brief van 5 december 2014 van mr. L.S. van Westen;
- de brief van 8 december 2014 van mr. A.I.M. van Mierlo;
- de brief van 10 december 2014 van mr. L.S. van Westen.
2.De feiten
("BP");op 28 augustus 2009 hebben zij de overeenkomst met betrekking tot de verkoop en overdracht van activa en passiva van een onderneming met BP getekend
("BP Overname Overeenkomst",aangehecht als
Bijlage E)op grond waarvan zij het marktsegment Binnenvaart in de Benelux van BP overnemen; deze activiteiten bestaan uit lopende contracten
("Contracten")en twee werknemers
("BP Werknemers")een en ander zoals omschreven in de BP Overname Overeenkomst; de BP Werknemers en de Contracten zullen door of namens Koper worden ingebracht in de Vennootschap (de
"Inbreng");
Koopprijs") verschuldigd zijn ter grootte van:
Cash Koopprijs"); vermeerderd met
Achtergestelde Lening"), waarvan de voorwaarden en condities zijn opgenomen in
Bijlage 3.1.2.
Bijlage 5.1.aopgenomen garantieverklaringen (de
"Verkoper Garanties"),op de Overdrachtsdatum in alle opzichten juist en niet misleidend zijn.
Bijlage 5.1.adie een looptijd van 5 (zegge: vijf) jaren na de Overdrachtsdatum hebben.
"SPA"),de aandelen in Licorne Petroleum Nederland B.V. verkocht en geleverd aan Geldnemer; definities in deze overeenkomst van achtergestelde geldlening (deze
"Overeenkomst"),hebben de betekenis daaraan gegeven in de SPA; en
"Hoofdsom"),onder meer onder de voorwaarde dat de vordering van Geldgever ten laste van Geldnemer zal worden achtergesteld bij die van GE Artesia Bank (de
"Bank"),zoals hierna is omschreven.
Banque Artesia Nederland N.V.(de
"Bank"),statutair gevestigd te Amsterdam, met adres (1017 BW) Herengracht 539 - 543 te Amsterdam, hierna aan te duiden als: de
"Bank",zowel thans bestaande als toekomstige schuldverplichtingen, ongeacht of die schuldverplichtingen al dan niet opeisbaar dan wel onvoorwaardelijk of voorwaardelijk zijn. De door de Bank vereiste akte van achterstelling is aan deze overeenkomst gehecht als
Bijlage 1.
BIJLAGE 5.1.a Verkoper Garanties
naar beste weten van de Verkoper..." .Ter voorkoming van misverstanden stellen Partijen vast dat onder die kennis tevens wordt begrepen hetgeen de heren [gedaagde3] en [gedaagde5] en de Verkoper wisten of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid hadden behoren te weten.
7.Belastingen
8.Bedrijfsvoering sedert Balansdatum
10.Contracten en schuldplichtigheid
15.Wetsovertreding en Gerechtelijke Procedures
16.Informatie
zie voetnoot 2)(herziene voorzorgsmaatregel D).
"one of our customers"danwel
"un de nos clients"[vert.: "een van onze klanten"], gevolgd door de vermelding
"Soco Oil",zonder verdere aanduiding van de rekeninghouders
"Bailey"danwel
"Cowboy"zouden bij Licorne tot de nodige waakzaamheid, c.q. argwaan, hebben moeten leiden; het tegenovergestelde was echter het geval...
'dezelfde goederen meerdere malen worden gefactureerd door dezelfde maatschappij teneinde telkenmale een BTW-tegoed te creëren'...,waarvan in het onderhavige geval geen sprake is. Licorne schetst zelfs
'de structuur van de fraude'en levert hiervan een schematisch overzicht.
'missing trader'speelden, danwel die van kunstmatig in het leven geroepen maatschappijen die slechts bedoeld waren om aanzienlijke en onrechtmatig verkregen winsten te genereren danwel binnen te halen ten koste/nadele van de Belgische belastingdienst.
[het intentioneel element]merkt het Hof op dat uit de geconstateerde ongebruikelijke praktijken blijkt dat de 'prijs' die voor de deelname werd betaald bestond uit het blindelings opvolgen van aanwijzingen aangaande de tenaamstelling van de facturen en het zich onthouden van het stellen van vragen ten aanzien van de herkomst van de gelden en al helemaal niet ten aanzien van een mogelijke betrokkenheid bij een BTW-fraude.
[l'Administration de la TVA]te betalen.
zie voetnoot 2)een betekenisvol nadeel ten aanzien van de vermogensrechtelijke belangen van de maatschappij en haar vennoten of schuldeisers vereist.
de vaststelling van het bedrag van de belastingontduiking; de strafrechtelijke veroordeling brengt met zich mee dat het bedrag van de belastingontduiking wordt vastgesteld, welk bedrag is verschuldigd zodra aan de wettelijke bepalingen is voldaan. Dit bedrag blijkt evenwel niet uit het strafrechtelijk dossier en de feiten die haar hierin ten laste worden gelegd; de enige aanwijzing met betrekking tot de omvang van het aan de belastingdienst verschuldigde BTW-bedrag is terug te vinden ten aanzien van voorzorgsmaatregel H, waarvoor Licorne zelf niet wordt vervolgd;
De inning/invordering van deze belasting; indien geen sprake mocht zijn van verjaring, hetgeen, volgens haar, wel het geval is;
het verhaalsrecht van de medeplichtige jegens de overige veroordeelden; zij beroept zich erop dat het er voor haar gunstiger zou hebben uitgezien als de strafvervolging zich eveneens zou hebben uitgestrekt tot andere, mogelijkerwijs bij de fraude betrokken, personen, hetgeen tot gevolg zou kunnen hebben dat de
Administration des Douanes et Accises[Bestuur der Douanen en Accijnzen], zijnde openbaar rechtspersoon, in het geding zou worden geroepen, aangezien laatstgenoemde, evenals zijzelf, begunstigde is van betalingen waarvan de herkomst kennelijk onzeker en dubieus is;
eventueel, krachtens artikel 73
sexiesvan de BTW-wet, tezamen met de veroordeelde daders danwel medeplichtigen - en uitsluitend op grond van de te haren laste gelegde voorzorgsmaatregel Cla 1 à 11, Clb 1 à 12 (herzien) - hoofdelijk aansprakelijk zou kunnen worden gesteld, is het van belang om, mede in het belang van de uitoefening van de strafvordering, het volgende in aanmerking te nemen:
niet(...)
de verschuldigde belasting...te hebben voldaan'];
sexies- die zich beperkt tot 'de belastingontduiking' en niet van toepassing is op belastingverhogingen, administratieve boetes, renten en kosten - is geen straf in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens;
3.Het geschil
in conventie
in verband met de Achtergestelde Lening
Met betrekking tot de bonusregeling, vermeld in de managementovereenkomst
Primair:
Subsidiair:
Meer subsidiair:
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
Vlietstroom en [gedaagde4] betwisten niet dat op grond van de afgegeven vrijwaring € 27.440,90 ('als gevolg van de veroordeling in de oude strafzaak I') en € 4.030,97 ('als gevolg van de beslagzaak') voor hun rekening komen. Zij zullen deze bedragen vergoeden. De omschrijving in de vordering 'alle overige bedragen die zij in verband met de Oude Strafzaak I en de Oude Beslagzaak zal moeten voldoen', achten Vlietstroom en [gedaagde4] echter te vaag. Vlietstroom, Kaagstroom en [gedaagde4] kunnen zich daartegen niet verweren. Dat niet geconcretiseerde deel van de vordering moet reeds om die reden worden afgewezen.
- Dagvaarding € 100,97
- Griffierecht € 1.836,00
- Salaris advocaat 2 punten x € 3.211,00
5.De beslissing
[1729; 2309; 531]