In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2015 een beschikking gegeven in een kort geding tussen de vennootschap MARVESA AG, gevestigd in Zug, Zwitserland, en de vennootschap OOO GAMMA-TRADE, gevestigd in Moskou, Rusland. De procedure betreft een verzoek tot verlening van verlof tot tenuitvoerlegging (exequatur) van twee arbitrale vonnissen die op 2 april 2014 in Londen zijn gewezen. De verzoekster, MARVESA AG, heeft de voorzieningenrechter verzocht om de arbitrale vonnissen uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De verweerster, OOO GAMMA-TRADE, heeft aangevoerd dat zij niet deugdelijk is opgeroepen voor de mondelinge behandeling en dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft, omdat er geen vermogensbestanddelen van haar in Nederland zouden zijn. De voorzieningenrechter heeft dit verweer verworpen, onder verwijzing naar het Verdrag van New York en de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de relatieve bevoegdheid aanwezig is, omdat verzoekster conservatoir beslag heeft gelegd in Vlaardingen.
De voorzieningenrechter heeft de beslissing aangehouden om verweerster in staat te stellen kennis te nemen van alle gedingstukken en daarop schriftelijk te reageren. Tevens is verzocht om de nodige documenten te overleggen die vereist zijn voor de exequaturprocedure. De voorzieningenrechter heeft de griffier gelast om de gedingstukken aan verweerster te zenden en verweerster de gelegenheid gegeven om binnen twee weken schriftelijk te reageren. De beslissing over het verzoek tot exequatur is aangehouden.