ECLI:NL:RBROT:2015:3395

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 maart 2015
Publicatiedatum
13 mei 2015
Zaaknummer
C/10/471510 / KG RK 15-485
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Conservatoire maatregel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlof tot het leggen van conservatoir beslag op een in Duitsland of Oostenrijk bevindend binnenschip

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 12 maart 2015, wordt het verzoek van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ALLEGRO B.V. behandeld. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.A.M. Seck, vraagt om verlof tot het leggen van conservatoir beslag op de duwbak NAVIN 24, die zich in Duitsland of Oostenrijk bevindt. De verzoekster stelt dat zij eigenaar is van de duwbak en dat de verweerster, de Bulgaarse rechtspersoon FANTY-GT AD, herhaaldelijk tekort is geschoten in de betaling van huurpenningen op basis van een Timecharter overeenkomst. Deze overeenkomst bepaalt dat Nederlands recht van toepassing is en dat de rechtbank Rotterdam bevoegd is.

De rechtbank overweegt dat verzoekster voldoende bewijs heeft geleverd van haar eigendom van de NAVIN 24 en dat de verweerster in gebreke is gebleven. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag gerechtvaardigd is, gezien de omstandigheden dat het in Duitsland of Oostenrijk moeilijk zou zijn om beslag te leggen. De rechtbank verleent verzoekster het gevraagde verlof en bepaalt dat de hoofdzaak binnen 14 dagen na beslaglegging aanhangig moet worden gemaakt. De beslissing is uitvoerbaar op alle dagen en uren, en het meer of anders verzochte wordt afgewezen.

De beschikking benadrukt ook de noodzaak van betekening van de beslissing aan de verweerster voordat deze kan worden uitgevoerd, en dat een certificaat zal worden afgegeven waarin wordt verklaard dat de beslissing niet aan de verweerster is betekend. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A.F.L. Geerdes.

Uitspraak

BESCHIKKING

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel
Zittingsplaats Rotterdam
zaaknummer / rolnummer: C/10/471510 / KG RK 15-485
Beschikking van 12 maart 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALLEGRO B.V.,
gevestigd te Krimpen aan den IJssel,
verzoekster,
advocaat mr. P.A.M. Seck te Capelle aan den IJssel
en
rechtspersoon naar vreemd recht
FANTY-GT AD,
gevestigd te Vidin,Bulgarije
verweerster (niet opgeroepen)

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • Het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 9 maart 2015, houdende het verkrijgen van verlof tot conservatoir beslag tot afgifte van een zich in Duitsland of Oostenrijk bevindend binnenschip, alsmede afgifte van een certificaat als bedoeld in bijlage 1 van na te melden Verordening
  • de mondelinge behandeling d.d. 11 maart 2015
  • de pleitnota van verzoekster

2.De beoordeling

2.1.
Het betreft een verzoek voor verlof tot conservatoir beslag tot afgifte van een zich in Duitsland of Oostenrijk bevindend binnenschip. Verzoekster is een Nederlandse vennootschap; verweerster een Bulgaarse vennootschap. Tussen partijen is een Timecharter m.b.t. de duwboot NAVIN 24 van kracht. Verzoekster is eigenaar van de duwboot. Verzoekster stelt dat verweerster herhaaldelijk toerekenbaar tekort is geschoten in de betaling van huurpenningen op grond waarvan zij de Timecharter heeft opgezegd c.q. ontbonden. De Timecharter bepaalt dat Nederlands recht van toepassing is en de rechtbank Rotterdam de bevoegde rechter is. Verzoekster stelt dat in Duitsland en/of Oostenrijk “een verlof tot beslag tot afgifte onmogelijk zo niet ( tijdtechnisch ) moeilijk te realiseren is”.
2.2
Artikel 2 sub (a) van de per 10-1-2015 inwerking getreden verordening Brussel 1 bis-Vo bepaalt :
In deze verordening wordt verstaan onder:
a)
„beslissing”, elke door een gerecht van een lidstaat gegeven beslissing, ongeacht de daaraan gegeven benaming, zoals arrest, vonnis, beschikking of rechterlijk dwangbevel, alsmede de vaststelling van het bedrag van de proceskosten door de griffier.
Voor de toepassing van hoofdstuk III omvat het begrip „beslissing” voorlopige en bewarende maatregelen die zijn gelast door een gerecht dat overeenkomstig deze verordening bevoegd is om van het bodemgeschil kennis te nemen. Het omvat niet een voorlopige of een bewarende maatregel die door een dergelijk gerecht wordt bevolen zonder dat de verweerder is opgeroepen te verschijnen, tenzij de beslissing die de maatregel bevat vóór de tenuitvoerlegging aan de verweerder is betekend
Krachtens artikel 39 van de Verordening is een in een lidstaat gegeven beslissing die in die lidstaat uitvoerbaar is eveneens uitvoerbaar in andere lidstaten zonder dat een verklaring van uitvoerbaarheid is vereist. Verder geldt krachtens artikel 40 dat een uitvoerbare beslissing van rechtswege de bevoegdheid inhoudt bewarende maatregelen te treffen die zijn voorzien in het recht van de aangezochte staat.
2.3
Verzoekster heeft voorhands voldoende inzichtelijk gemaakt en met bewijsstukken onderbouwd dat zij eigenaar is van de NAVIN 24, verweerster te kort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en zij gerechtigd is haar eigendom terug te vorderen.
Naar Nederlands recht is zij gerechtigd ter bewaring van haar rechten de NAVIN 24 in conservatoir beslag te doen nemen.
2.4
Nu de Timecharter bepaalt dat de rechtbank in Rotterdam bevoegd is van de bodemprocedure tussen partijen kennis te nemen, is de voorzieningenrechter van deze rechtbank bevoegd voorlopige en bewarende maatregelen te nemen.
2.5
Op gronden als aangevoerd in het verzoekschrift zal verzoekster verlof worden verleend om conservatoir beslag tot afgifte te doen leggen op de zich in Duitsland of Oostenrijk bevindende duwbak NAVIN 24 alsook op de scheepspapieren van de NAVIN 24 waaronder de meetbrief en het certificaat van onderzoek.
2.6
Onder een “beslissing” als hiervoor onder 2.1 weergegeven wordt niet verstaan een beslissing houdende een zodanige maatregel zonder dat de verweerster is opgeroepen om te verschijnen, tenzij de beslissing die de maatregel bevat vóór de tenuitvoerlegging aan de verweerder is betekend. Verweerster is niet opgeroepen. Dat staat aan afgifte van de deze beslissing niet in de weg. Evenwel, eerst wanneer sprake is geweest van betekening van deze beslissing aan verweerster is sprake van een beslissing in de zin van artikel 2 sub (a).
Daarvoor is dus vereist dat deze beslissing van de voorzieningenrechter voor de tenuitvoerlegging ervan conform de bepalingen in de Betekeningsverordening aan verweerster wordt betekend.
Verzoekster heeft voorts verzocht om na ten uitvoerlegging “de NAVIN 24 naar Nederland over te brengen, althans haar c.q. een derde als bewaarder van de NAVIN 24 aan te wijzen in afwachting van een beslissing in de hoofdzaak”.
Verzoekster heeft niets gesteld over de procedure voor tenuitvoerlegging van deze beslissing in Duitsland of Oostenrijk. Het recht van het land waar de beslaglegging plaatsvindt is daartoe bepalend. Dit onderdeel van het verzoek wordt daarom als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
2.7
Gelijktijdig met deze beslissing zal een certificaat op basis van het formulier in bijlage 1 van de Verordening worden afgegeven. Daarin zal onder meer worden verklaard dat bij weten van het gerecht de beslissing niet voorafgaand aan of op de datum van afgifte van het certificaat aan verweerster betekend is.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
verleent verzoekster verlof om conservatoir beslag tot afgifte te doen leggen op de zich in Duitsland of Oostenrijk bevindende duwbak NAVIN 24, alsook op de scheepspapieren van de NAVIN 24 waaronder de meetbrief en het certificaat van onderzoek;
verklaart dit verlof uitvoerbaar op alle dagen en uren;
bepaalt dat de hoofdzaak binnen 14 dagen na beslaglegging aanhangig dient te zijn gemaakt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2015. [1]

Voetnoten

1.type: