ECLI:NL:RBROT:2015:3428
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot dwangakkoord in een schuldsaneringsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 april 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot dwangakkoord, ingediend door een verzoekster die kampt met schulden. De verzoekster had eerder op 13 februari 2015 een verzoekschrift ingediend voor een schuldsaneringsregeling, waarbij zij een schuldregeling aanbood aan haar schuldeisers. De schuldeisers, waaronder Mediquard, hadden in totaal een vordering van € 233.407,86 op verzoekster. Mediquard weigerde echter in te stemmen met de aangeboden regeling, die voorzag in een betaling van 1,83% aan de preferente schuldeisers en 0,92% aan de concurrente schuldeisers.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Mediquard slechts een klein aandeel van 0,13% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt en dat zes van de zeven schuldeisers akkoord zijn gegaan met de regeling. De rechtbank heeft ook overwogen dat het voorstel goed gedocumenteerd was en dat er voldaan was aan alle waarborgen om ervoor te zorgen dat verzoekster het maximale aan haar schuldeisers zou afdragen. De rechtbank oordeelde dat de belangen van verzoekster en de andere schuldeisers zwaarder wegen dan die van Mediquard, die in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling had kunnen komen.
Daarom heeft de rechtbank Mediquard bevolen in te stemmen met de schuldregeling en haar veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot. De rechtbank heeft tevens bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.