In deze zaak vordert de werkneemster schadevergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag door haar werkgever, de besloten vennootschap F.H. Louers B.V. De werkneemster, die sinds 1978 in dienst was, werd op 1 mei 2013 ontslagen. De werkgever had eerder toestemming gevraagd aan het UWV om de arbeidsovereenkomst op te zeggen vanwege bedrijfseconomische omstandigheden, maar het UWV had in eerdere aanvragen geen toestemming verleend. De werkneemster had zich in 2012 ziek gemeld en het UWV oordeelde dat de werkgever onvoldoende inspanningen had geleverd om haar te herplaatsen. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag kennelijk onredelijk is, gezien de lange diensttijd van de werkneemster, haar leeftijd en de onvoldoende herplaatsingsinspanningen van de werkgever. De rechter kent een schadevergoeding toe van € 10.000,00, naast de vergoeding voor niet-genoten vakantiedagen en buitengerechtelijke kosten. De werkgever wordt ook veroordeeld tot het afgeven van een getuigschrift conform artikel 7:656 BW, met een dwangsom voor het geval van niet-nakoming.