Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde1],
[gedaagde2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 februari 2015 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de akte overlegging producties van de zijde van Rabobank;
- de bij brief van 9 maart 2015 door [gedaagden] toegezonden productie;
- de bij faxbericht van 18 maart 2015 door Rabobank toegezonden productie;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 19 maart 2015;
- de ter zitting door mr. Van Vlijmen overgelegde aantekeningen;
- het faxbericht van mr. Van Vlijmen van 27 maart 2015, waarin hij opmerkingen over het proces-verbaal heeft gemaakt.
2.De feiten
Door de zakelijke borg is uitdrukkelijk afstand gedaan van:
De zakelijke borg is niet bevoegd om de nakoming van zijn verbintenis op te schorten. De zakelijke borg is niet bevoegd tot inhouding, korting of verrekening van enige betalingsverplichting.
De zakelijke borg kan door de bank worden aangesproken, zonder dat mededeling daarvan aan of enige ingebrekestelling van de debiteur is vereist.
De zakelijke borg is ook gehouden tot nakoming voordat de debiteur in de nakoming van zijn verbintenis is tekortgeschoten.
De bank is niet gehouden de zakelijke borg mededeling te doen van ingebrekestellingen van de debiteur.
De zakelijke borg kan niet van de bank verlangen dat eerst (overige) zekerheden gesteld voor de verplichtingen van de debiteur worden uitgewonnen voordat de bank de borg kan aanspreken.
U gaf tijdens het gesprek aan dat de bedrijfsactiviteiten in Unkan Fashion B.V. (voorts “UF”) niet meer autonoom konden worden voortgezet waardoor de continuïteit van UF uiterst onzeker is. De bedrijfsactiviteiten zijn in feite gestopt.
Sinds 2013 heeft de onderneming een verlieslatende exploitatie en is er sprake van een negatieve vermogenspositie.
U gaf aan dat uw leverancier de aanwezige voorraad heeft opgehaald in de winkels die geëxploiteerd worden door UF. Onduidelijk blijft echter waarom de leverancier deze actie ondernomen heeft, welke deel van de voorraad het betreft en welke winkels hierdoor getroffen worden. U wilde tijdens het gesprek hierover geen duidelijke uiteenzetting geven.
U gaf aan dat u de winkel in Scheveningen vanuit de V.O.F. Baywatch Mode heeft ondergebracht in UF. De achterliggende reden alsmede uw doel hiermee blijft onduidelijk en wenst u niet verder te bespreken.
U geeft aan verder geen openheid van zaken te willen geven over uw relatie met alle stakeholders, waaronder uw leverancier en uw mede aandeelhouder.
U geeft aan geen openheid van zaken te willen geven over uw privé situatie.
U wenst ons niet te informeren over de ontwikkelingen en de financiële positie van de V.O.F. Baywatch Mode. Dit ondanks het feit dat de activiteiten in deze V.O.F. vrijwel hetzelfde zijn als UF en u met deze V.O.F. samenwerkt met dezelfde leverancier.
Bij de bank is bekend dat u voor een “aanzienlijk bedrag” een winkel heeft verkocht in de V.O.F. U geeft aan dat u deze middelen volledig heeft moeten aanwenden om achterstallige betalingen te verrichten in de V.O.F. Onduidelijk blijft voor welk bedrag u de winkel heeft verkocht, hoe deze middelen besteed zijn, waarom deze achterstand in betalingen is ontstaan en wat exact de huidige achterstallige positie is.
3.Het geschil
4.De beoordeling
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)